Daar stond ie dan, met zijn bladblazer. Laarzen aan, ouwe jas om zijn lijf en een zaterdagochtendschaduw als ruwe stoppels aan zijn kin. De lucht was grijs en koud. Een normaal mens zou lekker binnen blijven.
Zo niet hij. Geblazen moest er worden, en goed. Dat had hij gisteren al besloten. Vanochtend stond hij al vroeg bij het verhuurbedrijf voor een bladblazer. Niet zo’n oversized föhn van de Gamma, maar een echte, zo een waar professionals van een hoveniersbedrijf mee werken.
Het apparaat dat nu op zijn rug hing gaf hem een haast onoverwinnelijk gevoel. Het ronkte en trilde en gaf hem krachten die hij niet eerder had ervaren. De man waande zich bijkans een superheld. Blow-Man, dat was hij!
Met een nonchalante focus blies hij de bladeren krachtig voor zich uit. Vanaf de zijkant van het huis gingen ze naar de voortuin, waar alle bladeren naar een grote, langgerekte berg werden geblazen.
De bomen in de omgeving waren bijna zo goed als kaal. De straten, het fietspad en het parkje met de speeltuin naast zijn huis lagen bezaaid met een deken van bruine blaadjes. Net als alle andere tuinen in zijn rij. Allemaal vol met blad, behalve de zijne.
Waarom iemand in godsnaam een pietluttig bladvrij eilandje in een oceaan van gevallen bladeren nastreeft? Ik heb geen idee. Maar de man die ik verwoed de blaadjes uit zijn tuin zag blazen zette me aan het denken.
Er stak voorzichting een klein windje op. De bladblazer moest vóór 17:00 weer geretourneerd worden.
ghe ghe…
https://www.youtube.com/watch?v=hVReMMYK50E
Haha, juist ja!