En voor de rest waarschijnlijk ook, alleen durven ze het niet toe te geven. Ja hoor, ook als man snap ik dat er – hier en daar – mensen zijn die oprecht van de kersttijd kunnen (of denken te) genieten. Een hoop lichtjes, glim- of breed lachende mensen, een knus familiair samenzijn, minder hinderlijke haat, meer pseudo-pais en dito vree.
Maar ik zie het niet.
Ik zie juist een hoop energieverspilling, bérgen gestreste en overmatig geïrriteerde mensen die voor de kerst nog alles af en klaar moeten krijgen, gedupeerden die ook dit jaar wederom met hun ongewenste zeikschoonloeder opgescheept zitten en ontevreden gele hesjes met kerstballen in hun oren.
U raadt het al: ik ben geen kerstmens. Voor mij, die ene enkeling, is kerst klote. Daarom ‘vier’ ik het niet, als het even kan. Simpelweg omdat er wat mij betreft niks te vieren valt. Een kind dat zonder seks ontstaan is, kan niet wat wezen. Een feest dat gedwongen vrede op aarde oplegt, is geen feest. En kerststaven zijn vies.
En weet dat Google, Facebook, Amazon en consorten via hun slimme huissysteempjes lekker meekijken en luisteren of je wel naar behoren ‘viert’ en op welke wijze je je instant kerstmaal aan het verorberen bent. Om vervolgens doelgericht advertenties van Ben & Jerry’s, incontinentieverband en allerhande massagestaven in de zijbalk van je toch al trieste timeline te deponeren.
Het is te koud. Te nat. Te laat licht. En te vroeg donker. Maar er is dit keer ook licht in de duisternis, daar aan het einde van de kersttunnel. Dit wordt namelijk mijn ultieme tussen-gerst-en-miljaar-week. Hoe graag ik mijn kinderen ook bij me heb, dit keer zijn ze bij mijn ex, want ze gaan een week naar de sneeuw. Ik ben geheel verlaten! Zoals het een man van mijn soort betaamt. En ik heb de planning en de inkopen voor mijn heerlijke avondjes al klaar.
Eén staatslot, twee kratten bier, drie jumbo-pakken bitterballen, vier pizza’s, vijf favo kanalen op de computer, zes dagen in bed. Kerstklaar is de verlaten man. Als een kwetsbaar vaasje zal ik mij tussen de kussens vlijen om behoedzaam te genieten van de afwezige wereld om mij heen.
En ik schrijf geen letter. Want ik ben het schrijven heel even zat. Een enkeling die daarvan kan leven, naar het schijnt, maar die enkeling ben ik dus niet. Daarom neem ik in deze sprakeloos makende depri-weken ook een weekje vrijaf van het letterpleuren.
Tot volgend jaar. Wees voorzichtig met uw kwetsbare zelf. En let vooral goed op uw uiteinde.