
Eigen foto Pasquali
De absurditeit van Kerstmis. Beelden van een overvol vluchtelingenkamp op Lesbos. Mensen die met een wrakke bus vol goede moed op pad gaan om er 150 van mee naar Nederland te nemen.
De hoop op genade van de staatssecretaris die al gezegd heeft dat ze linea recta zullen worden teruggestuurd zodra ze onze grens gepasseerd zijn. Harbers, onze eigen Ghost of Christmas’ Spirit, noemt dat mensenhandel. Geen papieren, geen asiel, genoeg sloebers, kerst of niet.
Hier wordt 1 miljard euro aan vreten en cadeautjes uitgegeven, terwijl de meesten alles al hebben en hun problematisch overgewicht en adervervetting tot nieuwe hoogten opstuwen.
Kinderen op blote voeten in de kou, crisisgezichtjes die je aanstaren.
Maar gelukkig, daar zijn Cor en Don, de vette olijke onnozelaars van het reisbureau die zo’n beetje in ieder reclameblok uitroepen dat “we goed bezig zijn, mannen.” Goed bezig, als zongebruinde westerling die voor een schertsprijs in het milieu verwoestende vliegtuig heeft gezeten, om in de winter met z’n dikke reet aan het strand te kunnen zitten.
En dan de vooruitgang in de gedaante van Always met vier (4!) soorten maandverband voor iedere maat Poenie één.
En kijk nou toch eens, daar rijdt de postcodeloterij-bus met die guitige Winston en Gaston; onze huis-aan-huis stofzuiger-salesman. Een wanstaltige 53,9 miljoen is er te winnen. Zorg dat je erbij bent, want oh wee als de buren ook bingo hebben en jij niet. Zo niet, dan is die 30 miljoen van de oudejaarsloterij ook voor jou mogelijk en geestelijke begeleiding als je mocht je winnen.
Genoeg om met extra argusogen naar de kerst-kitch te kijken, met z’n kaartjes en obligate beste wensen want dat is nu eenmaal onze Hollandse cultuur en die laten we ons niet afnemen.
En ik doe er aan mee met een klein boompje en een kerstdorpje voor de kleine man, met lichtjes en wattensneeuw. Omdat het donker is en warm binnen, en we herinneringen bouwen die we later door willen geven.
En even heb ik een oprisping van schuldgevoel, soms sta ik er even buiten en kijk naar het contrast, zonder meer te doen dan een stukje af te kopen in de hoop dat ik daarmee het recht heb het kerstgevoel nog een beetje te bewaren. Voor dat kind dat ook in mij nog naar de lichtjes staart en samen met alweer een nieuwe generatie ‘Oh Denneboom’ staat te zingen.