Credit: Charles Deluvio / Unsplash.com
Fruit is je vriend. Fruit is het snoep van de natuur. Kinderen snappen dat niet altijd. Sommige volwassenen trouwens ook niet. In mijn omgeving kan ik genoeg mensen aanwijzen die zich niet kunnen herinneren wanneer ze voor het laatst een ananas slachtten of een sinaasappel persten. Natuurlijk ben ik zelf ook geen heilig boontje en bunker ik soms met liefde een zak paprikachips leeg. Desondanks, fruit is fijn.
Ik hou van fruit. Druiven, mandarijnen, bananen… ik lust ze rauw. Wat in wezen natuurlijk niet zo raar is. Mango’s, aardbeien of een grote sappige perzik: kom maar door!
Vandaag kocht ik een papaya. Zo’n langwerpige groene homp die ergens het midden houdt tussen een meloen, een mango en een pompoen. Papaya’s zijn het weeskindje van de fruitafdeling. Ze horen nergens echt bij en bijna niemand kijkt naar ze om.
De papaya die ik kocht, lag eenzaam in het schap weg te kwijnen. In een landschap dat is bezaaid met -tig appelsoorten, kiwi’s, peren in verschillende varianten en bergen citrusfruit van de meest uiteenlopende strekking, wordt de papaya vaak straal genegeerd. Ze schreeuwen zichzelf ook niet van de daken en lijken van een afstand een beetje gedesinteresseerd. Echt aantrekkelijk kun je een papaya dan ook niet noemen.
Het maakt de papaya de underdog van team fruit. Waarom, dat weet geen mens. Groenteboeren en aanverwante fruitverstrekkers halen hun schouders erbij op. Ook zij hebben geen idee wat ze met de papaya aanmoeten. En dat is jammer. Als avocado’s een wereldwijde hype kunnen worden (geen echt fruit, maar toch), dan papaya’s zeker.
Het vruchtvlees van een rijpe papaya is zacht als boter, heeft een schilderachtig oranje kleur en is zoet als een galiameloen, maar niet té. Een koddige fruitmadam met een laagdrempelig knuffelgehalte die schreeuwt om aandacht, maar zelden krijgt wat ze verdient.
Let er maar eens op, wanneer je vandaag of morgen in je supermarkt bent. Als je ze niet straal over het hoofd ziet, want die kans zit er dik in. Ik wens de papaya een glorieus bestaan toe.
Heerlijk. Met een beetje citroensap in blokjes. Of door een salade. Of, als je een jonge, rauwe te pakken kunt krijgen op zn thais.