
Fotobron: WikiMedia (Graham)
De host van mijn bed & breakfast in Ulitsa Marata, een zijstraat van de beroemde, vier kilometer lange Nevski Prospekt, heeft een snor zoals die van de acteur Andrew Sachs, in zijn wereldberoemde rol als stuntelige, Spaanse ober in Fawlty Towers, de Britse cultserie uit de jaren zeventig: ‘I know nothing, I am from Barcelona’. Ze zijn hartelijk, hij en zijn vrouw.
Voor een prikkie zit ik hier in het centrum van misschien wel Ruslands mooiste. De vrouw des huizes bewaakt de reinheid van haar appartement als een kettinghond. Wanneer ik één keer abusievelijk mijn schoenen vergeet uit te trekken, bij binnenkomst, kijkt ze me aan met een blik waarop het onwedert. Ze bedoelt het goed.
Hun dochter is zo vriendelijk mij te melden dat mijn trein richting Helsinki over drie dagen niet vertrekt van het Finlandstation, maar van een ander, gloednieuw treinstation. Had ik het niet toevallig aan de ontbijttafel met haar gehad over het verdere verloop van mijn reis, dan had ik mijn trein naar Scandinavië gemist, had ik in Rusland gezeten met een visum dat één dag verlopen zou zijn geweest. Eenieder die ooit in aanraking is geweest met de Russische bureaucratie, weet wat dit had kunnen betekenen…
Helsinki, waar de Domkerk als een witte bruidstaart trots boven het stadscentrum uittorent. Voorlopig ben ik nog in Sint-Petersburg. Na een pijnlijke nacht – het bed dat ook als bank dienstdoet, of omgekeerd, was een verschrikking – schiet ik, na wat rek- en strekoefeningen, goedgemutst in mijn vakantieplunje. Ik heb zin om mijn tanden te zetten in deze dag. Ik voel me een bevoorrecht mens dat ik deze stad doorkruisen mag, op zoek naar haar geheimen.
Gisteren, tijdens mijn bezoekjes aan het Russisch Museum en de wereldberoemde Hermitage, kreeg ik bijna de slappe lach omdat ik in praktisch elke zaal ‘verwelkomd’ werd door het chagrijnig gezicht van een oudere vrouw, die op een stoel in de hoek gezeten, een breiwerkje of een boek in de hand, geacht werd een en ander in de gaten te houden.
Het humeur van deze dames fascineerde mij dermate, dat ik het niet kon laten ze een kleine poets te bakken. Steeds wanneer ik een nieuwe zaal betrad, vergastte ik de dienstdoende dame op een in mijn beste Russisch uitgesproken, olijk ‘goedendag!’, vergezeld van een spontaan handgebaar. Je had de verbaasde blikken moeten zien op de gezichten van deze kranige tantes, die nog stammen uit de diepste krochten van de communistische tijd… onbetaalbaar!
Afgezien van deze potsenbakkerijen, de kunst in beide musea was indrukwekkend: grote, imponerende doeken van Russische schilders waarvan ik nog nooit had gehoord. Natuurlijk ook de overbekende westerse grootmeesters in de populairste zalen van de Hermitage, waaronder een imponerende Rembrandt-collectie.
Dat was gisteren. Vandaag wijd ik mij aan een namiddag slenteren over de exuberante winkelboulevard, bij mij om de hoek. Met bekende trekpleisters als het overdekte winkelcentrum – het Gostiny Dvor -, de Kazankathedraal en het Alexander Nevski-klooster, met de nabijgelegen Tichvin-begraafplaats, waar grootheden als Modest Moessorgski, Alexander Borodin en Fjodor Dostojevski hun eeuwige rust mochten vinden.
De Nevski Prospekt is echter bovenal de avenue, bekend om het tijdverdrijf dat we ‘flaneren’ noemen: zien en gezien worden. De Russische dames, bijna zonder uitzondering slank als catwalk-modellen, die hier verscholen achter zonnebrillen hun elegante, hooggehakte pasjes zetten, zijn wellicht de mooiste vrouwen op deze aarde. Jonge, frêle dennen in peperdure kleding, die de voorbijgangers keer op keer de adem weten te benemen.
Maar mijn oog valt even later eerst, aan de andere oever van de Neva, op het lezende meisje in het Alexandrovsky Park; haar tersluikse blik, bescheiden glimlach.
Heerlijk en uitnodigend reisverslag!