De afgelopen jaren werkte ik in Rosmalen, en daarna een half decennium in Eindhoven.
Voor vele lezers klinken die namen als “het zuiden van Nederland”, maar voor een Oost-Brabander begint het zuiden pas als hij óf in Ossewit gebakken friet, óf vers gebakken abrikozenvlaai ruikt.
In mijn beleving ging ik juíst richting randstad, gezien de topografische ligging van mijn woonplaats.
Boeiend he?
Maar daar gaat dit verhaal niet over.
In al die werkzame jaren heb ik vrijwel dagelijks file gehapt.
Ik voelde mij bijna een randstedelijke forens. Toeterend en middelvinger opstekend de ochtend door.
Maar sinds kort rijd ik vanuit Oost-Brabant naar het verre Venlo.
42 Kilometer enkele reis.
Toen ik nog in Eindhoven werkte moest ik 27 Kilometer file rijden. Heen en terug. Per rit kostte mij dat 45 minuten, met geluk.
Nu vlam ik met 130 kilometer per uur binnen een half uur Venlo binnen.
En terug precies hetzelfde verhaal.
Zelfs die ene dinsdag, toen Nederland bedolven lag onder de sneeuw.
Daar waar Eindhoven volledig dichtgeplakt zat met file, gleed ik achter een grote vrachtwagen over de snelweg. 40 Minuten later maakte ik spaghetti, thuis.
Terwijl mijn oude route -vanuit Eindhoven- mij die dag minstens 2,5 uur zou kosten. Zei mijn verkeersapp.
Dat -plus de dagelijkse vlaai- maakt dat ik graag in Venlo werk.
(Ik kan je de appel-citroen aanraden.)
Toch ga ik geen pleidooi voor werken in het zuiden houden.
Blijf vooral werken waar je nu werkt.
Vloek vooral jezelf de dagelijkse file in, erger je aan een bellende bestuurder, en die 500 meter leeg wegdek voor zijn schandalig grote auto, omdat hij zijn gesprekspartner belangrijker vindt dan het verkeer om zich heen.
Doe maar lekker.
Laat mij maar die andere kant op rijden.
In alle vrijheid, zonder enige vorm van stress.
Ik kom volledig ontspannen op mijn werk aan, en ik ben volledig ontspannen als ik thuis kom.
En die 8 werkuren per dag kom ik ook wel door; ik versta toch niet wat mijn collega’s tegen mij zingen.
Én –en dat is echt waar– ik ben verplicht vrij tijdens de carnaval.
Terwijl ik voor een internationaal en gigantisch groot bedrijf werk. Op het hoofdkantoor.
Dus die paar dagen dat de randweg van Venlo daadwerkelijk eens vol staat, lig ik thuis in mijn bed te rotten.