Klussen.
Of, zoals ik het steevast noem, de wraak van Satan.
Ik heb een bloedhekel aan klussen.
Vooral omdat ik het niet kan.
Op een vrije zondagmiddag weigerde de klink van onze huiskamerdeur.
Na bijna dertig jaar trouwe dienst viel er ijzer uit.
Dus ik moest een nieuwe klink en een nieuw slot kopen.
En plaatsen.
Op een vrije zondagmiddag.
Ervaring leert dat het slim is om het oude, kapotte ding mee te nemen naar de bouwmarkt.
Zodat ik ter plekke kan navragen of ik het juiste aan het kopen ben. Qua formaten enzo.
Anders rijd ik de hele zondagmiddag al tierend op en neer, en eindigt deze dag zonder slot in de deur.
Omdat ik mezelf inmiddels ken leg ik zo rustig mogelijk elk onderdeel op een bijzettafeltje.
Ik kijk op Youtube een filmpje waarin een ervaren klusser vertelt hoe simpel het is om zo’n slot te vervangen. De film duurt één minuut veertig.
Met mijn zelfkennis schat ik in dat ik dus maximaal een half uur bezig zal zijn.
Vol goede moed schroef ik het oude slot uit de deur.
Direct valt er nog meer ijzer op de grond, samen met een kiezelsteentje en –en dat lieg ik niet– ontbijtgranen. Ik vermoed dat mijn zoon het sleutelgat eten heeft willen geven.
Het oude slot, inclusief de oude klinken en de groen uitgeslagen ontbijtgranen, leg ik ver weg op een ander tafeltje. Zodat oud en nieuw niet met elkaar verward kan worden.
Ik volg elke stap van het filmpje.
Het werk vordert gestaag, hoewel die lange schroeven die het slot in de deur vast zetten verdomd lastig erin te boren zijn.
Daarna wil ik de klinken plaatsen.
Ook dat lukt, maar die rare metalen staaf tussen de twee klinken zorgt ervoor dat ze niet in het slot passen.
Maar na veel gevloek en zinloos geweld past het prima.
Daarna wil ik het plaatwerk vast schroeven.
Maar dat zijn twee onderdelen die in elkaar passen. En waar de deur tussen zit.
Da’s best een end.
En nu snap ik dat die lange schroeven, die ik met grof geweld in het slot heb geboord, daar niet horen.
Die horen in dat gekke dingetje die ik nu in mijn hand heb.
Ik moet de lange schroeven uit het slot halen, en vervangen door de kleine schroefjes waarvan ik niet snapte waarom ze erbij zaten.
Maar de boorgaten in de deur zijn nu te lang voor de kleine schroefjes. Voor de sier zitten ze in de deur, ze draaien echter volledig dol.
Maar, eerlijk is eerlijk, al vloekend kom ik toch een heel end.
Als ik voor de sier alvast het slot wil uitproberen kom ik erachter dat het metalen driehoekige ding dat daadwerkelijk in het slot valt, precies in spiegelbeeld hoort te zitten. Omdat anders de deur niet sluit.
Ik probeer rustig te blijven.
Maar Satan is krachtiger dan ik ooit zal zijn.
Als ik de lange schroef door de deur in het kleine ijzeren frummeldingetje wil schroeven, en het mij na drie pogingen niet lukt, terwijl de hond begint te piepen dat ze moet plassen en mijn zoon komt vragen of hij popcorn mag knapt er iets in mij.
Ik ruk de riem van de kapstok, ik wring mij in een paar sexloze laarsen, schreeuw “Doe maar” tegen mijn zoon en ik trek al godverend de hond het bos in.
De regen, de modder en het enthousiast rennen van de hond doen mij tot inkeer komen; dat slot kan wachten.
Eerst maar eens ontspannen.
Na een uur wandelen, zo kalm mogelijk de restanten popcorn van het fornuis geschraapt te hebben, en na het kijken van een hele stomme film waag ik een nieuwe poging.
5 Minuten later zit het slot op de juiste manier in de deur. Alles zit muurvast en ik ben megatrots op mezelf.
Hoewel ik twee hele kleine schroefjes over houd.
Uren later komt mijn vrouw thuis.
Ze ziet dat ik aan het klussen ben geslagen en ze rent meteen naar de kinderen om te checken of ze nog leven.
Daarna kust ze opgelucht mijn voorhoofd en vertelt ze mij dat ze trots op mij is.
‘s Avonds laat, als ik naar bed wil, trek ik de huiskamerdeur achter mij dicht.
Ik zie een deur waar een metalen stang uit prijkt, maar geen klink.
Die heb ik in mijn hand.
En nu snap ik waar die hele kleine schroefjes voor dienen.
Jammer dat ze al onderin de grijze kliko liggen.
Kan ik morgen alsnog naar de bouwmarkt.