
Bron: Pixabay
“Ik denk dat ik biseksueel ben.”
Keith stottert het tegen zijn vrouw. Bang voor haar reactie. Bang voor de gevolgen van zijn eerlijkheid. Maar vooral is hij bang voor de vragen die hij ongetwijfeld krijgen zal.
Want hij heeft zichzelf voorgenomen elke vraag eerlijk te beantwoorden, ongeacht de consequenties ervan.
Op die ene vraag na.
Moniek kijkt hem aan.
Ze zegt een hele tijd niets, maar haar ogen verraden de overuren van de radertjes in haar hersenen. Keith kijkt beschaamd naar de rand van de bank. Wachtend op wat komen gaat.
“Oké, en nu?” Ze zegt het zonder haar blik van hem af te wenden.
Hij blijft naar de rand staren, haalt zijn schouders op. “Weet ik niet. Doorgaan, ofzo.”
“Doorgaan? Hoezo doorgaan? Doorgaan met wat?” De laatste zin spreekt Moniek uit met een snik. Een eerste traan ontwikkelt zich.
“Wil je me nog wel?”
Die opmerking had Keith verwacht.
Het is juist de angst voor die opmerking, die hem er jaren van heeft weerhouden om openheid te geven. Natuurlijk wil hij verder met Moniek. Het feit dat hij biseksueel is, doet daar niets aan af. Maar leg dat Moniek eens uit.
Ze is al zo onzeker.
“Lieverd, ik ben eerlijk tegen je, omdat ik je júist niet kwijt wil. Ik ben van jou. Ik blijf van jou, maar ik heb nu eenmaal gevoelens die ik niet meer wil ontkennen. Dat is niet fair tegenover jou, maar vooral niet tegenover mezelf,” begint Keith zijn betoog. Een betoog dat hij al weken in zijn hoofd gerepeteerd heeft.
Als hij het goed speelt, kan hij de echt pijnlijke vragen ontwijken.
“Zojuist heb ik mijn meest diep gewortelde geheim met je gedeeld omdat ik weet hoeveel waarde je aan eerlijkheid hecht. Dit ben ik. Kwetsbaarder word ik niet. Dat doe ik omdat ik zielsveel van je hou.”
Goed zo. Inspelen op haar gevoel.
“Maar heb je je biseksuele gevoelens in de praktijk gebracht, terwijl je met mij was?”
Die vraag stokt zijn adem. Precies deze vraag had hij willen ontwijken.
“Ehm,” begint hij.
Volgende week deel 2.