Mijn lieve Donald,
Wat heb ik je gemist, sinds onze laatste ontmoeting, tevens de eerste. Nou ja, de eerste officiële ontmoeting dan. Maar dat weet je zelf ook wel! Een datum, die in mijn geheugen gegrift staat: 12 juni 2018.
Voor die tijd had ik je wel eens gezien, mijn schat, maar alleen op TV. Dat is niet hetzelfde, dan zie je alleen wat jij wil dat de wereld ziet: een stoere, onverschrokken man, een echte kerel, een Amerikaanse cowboy. Oh, ik smelt bijna als ik eraan denk!
Smelten deed ik pas echt toen ik je daadwerkelijk zag. Die stoere, rossige kuif. Je diepe, bruine ogen, de spiegel naar je ziel. Je jas, die een paar maten te groot lijkt en je stropdas, een tikkeltje scheef.
Laat de mensen maar kletsen over dat tapijt op je hoofd, over je slonzige uiterlijk, of wat dies meer zij. Ze zijn gewoon jaloers op jouw succes. En ze zien niet wat ik zie: een mooi mens, waar ik van hou.
Waarom hou ik van je? Ik heb toch alles wat mijn hart begeert, als enige in mijn land? Ja, rijkdom kun je bij elkaar graaien, dat hoef ik jou niet te vertellen. En net als jij doe ik alles om mijn bezit veilig te stellen. Maar liefde kun je niet graaien, liefde kun je niet toe-eigenen of stelen. Liefde kun je alleen verdienen, door te zijn wie je bent.
Dat is dat ook de reden dat ik van je hou: dat je bent wie je bent. Iemand, die zijn lot en zijn land in eigen hand neemt en het met harde hand bestuurt. Iemand, die de weg weet waar anderen die kwijt zijn. Iemand, die zijn eigen waarheid maakt, en zich niets aantrekt van de realiteit of van wat anderen denken of zeggen.
Wat was ik onder de indruk van je, sinds die allereerste ontmoeting. Wat héérlijk was het om je onlangs weer te zien, weer in jouw ogen te kunnen kijken, jouw hand in de mijne te voelen, of op mijn lichaam. Om weer mijn handen door dat stugge tapijtje te halen. Sorry, grapje. Je weet hoe mooi ik je vind, óók jouw haar.
Wat was het geweldig om je weer te zien, vorige week. Wat heb ik ernaar uitgekeken! Het deed me dan ook pijn je niet te kunnen geven wat je wilde. Niet dat ik het niet wilde doen, het kon gewoon niet. Ze zien me al aankomen, de generaals. Het enige onderhandelingsvoordeel dat we hebben, onze kernwapens, uit handen geven? Ze zouden het nooit pikken!
En hoe hou ik mijn bevolking eronder zonder het leger? Wat zou ik je te bieden hebben, als ik het niet meer voor het zeggen zou hebben in eigen land?
Het deed me pijn, die gekwetste blik in je ogen. Als een kleine jongen, die zijn zin niet krijgt, stampvoette je naar buiten. Ik zag je gaan, met lede ogen.
Sindsdien heb ik niets meer van je gehoord. Geen belletjes meer, midden in de nacht. Geen e-mail, appje of SMS. Zelfs geen tweet! Ik begrijp het wel, maar het doet pijn. Ik mis je zo, ik kan er toch ook niets aan doen?
Ik hoop snel weer van je te horen. Ik weet dat we nooit bij elkaar kunnen zijn, écht bij elkaar, zoals we dat allebei het liefst zouden willen. Geen Melania, geen Sol-ju, geen kids. Dat zit er niet in. Maar helemaal zonder je kan ik ook niet!
Schrijf me alsjeblieft! Ik hou van je…
Jouw Koreaanse Kogelbiefstukje,
Kim Jung-un