
Bron: Pixabay
Ik heb de opkomst van Max (voornaam is genoeg, want we weten allemaal wel dat we geen Pam, Woiski jr. of van Praag bedoelen) met stijgend enthousiasme een aantal seizoenen gevolgd.
Weergaloze acties op onverwachte momenten en onmogelijke plekken op de circuits. Van jonge debutant, door de gevestigde orde hautain begroet, tot aspirant wereldkampioen.
‘We’ doen eindelijk echt mee in dit spektakel, ooit geregeerd door de Senna’s en Schumachers van deze wereld. Ook de kwaliteitskranten, die voorheen hun neus hooghartig ophaalden voor de racerij, gingen euforisch los in drie kolom brede – of paginagrote analyses.
Naarmate de geestdrift steeg en het hele volk plus de commercie zich meester van hem maakte, daalde mijn oorspronkelijke fanzucht. Pedant trekje, als de niche eraf is en iets eenmaal breed omarmd wordt, ben ik geneigd af te haken.
Steeds vaker kropen er donkere wolkjes mijn gedachten binnen; hoe groot was de ecologische voetafdruk van dit circus eigenlijk. Wat werd er verstookt tijdens iedere race, wat kostte het om al die trucks, containers en vliegtuigen meer dan 20 keer per jaar de wereld over te jagen. Zo wanstaltig veel miljoenen aan ontwikkelings -en productiekosten.
Maar goed, als het zondag was, blies ik die lastige muizenissen manmoedig weg en zat ik toch weer redelijk gespannen klaar. Weliswaar niet meer om 5 uur uit bed voor vrije trainingen in Japan of een race in Canada, maar toch.
Tot vandaag na het lezen van deze ingezonden brief in de Volkskrant en de foto.
Max wellicht in een heuse Formule 1 aflevering in Zandvoort. Wat dat betekent, lees de briefschrijver.
Maar zo’n foto! (tekst gaat verder onder de foto)
Daar staat ónze Max naast die maffiose prinselijke pandjesbaas, hondsbrutale uitmelker van Amsterdamse huurders en – van hun geld – eigenaar van het legendarische circuit.
Beiden geflankeerd door een portie in latex gepropt vrouwenvlees, pitspoezen in de gebruikelijke gênante pose. De Lage landen versie van de Pirelli bandenkalender 1974, te bezichtigen in het toilet van uw plaatselijke APK-garage. Voorproefje van Zandvoort straks; de man achter het stuur, de vrouw met de billen omhoog op de motorkap.
Zó niet 2019, zo archaïsch en tenenkrommend. Dat de uitmonstering bedroevend bonkig Hollands is, tot daar aan toe, maar het opnieuw kritiekloos reduceren van vrouwen tot hersenloos aanhangsel van de autosport is stuitend.
Max als reclame sidekick van Frank Lammers, dat trek ik nog net, maar als handlanger van een ordinaire patjepeeër en slaaf van de commercie…
Ik ben benieuwd of ik iets kan verzinnen om zonder gewetensnood de eerste start van het seizoen mee te kunnen maken.
Eh… 17 maart, Australië toch?