Laatst keek ik eens wat intensiever rond op Twitter (je kunt mij trouwens volgen op @DeEnkeling, maar wees gewaarschuwd: ik zeg niet zo heel veel). Dat is een uniek gebeuren, want zoals misschien al bekend, ben ik een ware ‘social media-allergicus’. Ik heb eigenlijk een pokkenhekel aan al die sociale platformen, die zo asociaal zijn als de neten. En nu weet ik ook weer waarom. Twitter en co. beroven je op slinkse wijze van het ware leven.
Zo ging ik naar aanleiding van een artikel op HoeVrouwenDenken eens kijken naar wat er zoal aan fitties en stalkgedrag over en weer gaat, in dit specifieke geval tussen ene Peter Breedveld (?) en ene – mij zo mogelijk nóg onbekendere – docent, H. Konings.
Enige tweets en frontaal naakte blogs gelezen hebbende, kwam ik tot de conclusie: die mensen hebben stuk voor stuk werkelijk geen echt leven (meer). Ze vegeteren alleen nog maar op Twitter; ruziënd, stalkend en scheldend. Op een apenrots van roddel en achterklap. Óf ze zijn er het slachtoffer van. Kan dus ook. Waarbij ik dan wederom niet begrijp, dat ze tóch nog op Twitter blijven rondhangen.
Ik herinner mij ook Telegraafjournalist Wierd Duk. Een – naar zeggen – zwaargewicht Twitteraar die in oktober vorig jaar ineens afscheid nam van het kwetterplatform. Zijn woorden: “De negativiteit is te groot. Het heeft geen zin meer om dan actief te zijn.” Die negativiteit was echter maar héél kortstondig te groot; Duks pauze duurde welgeteld 11 dagen. Toen miste hij die overheerlijke negativiteit blijkbaar toch te erg. Want wat is nu een real life world zonder negativiteit? Leger dan leeg, toch? Positiviteit is immers al jaren kassiewijle en neutraliteit is enkel saai.
Duks vriendin (Fidan Ekiz) deed een half jaar geleden dan ook uit de doeken, dat hun relatie helemaal niet gestrand was vanwege de verschillende opvattingen (voornamelijk Islam vs. ‘Rechts’), zoals Duk zelf bij hoog en laag beweerde. De scheiding was hoofdzakelijk een gevolg van het feit dat de goede (?) man enkel nog op social media leefde (ruziede) en in het ware leven volledig afwezig was. Dáárdoor waren zij uit elkaar gegroeid. Haar woorden: “Soms verweet ik hem dat hij meer tijd en energie stak in het uitvechten van discussies op sociale media dan in ons.” (bron)
En Duk is echt niet de enige. Twitter (voorál Twitter) staat bol van de mensen die niets anders doen dan de godganse dag met een roestige riek inprikken op een smeulende hooiberg van agressieve toetsenbordhelden, in de hoop op ruzies, reacties en (nep)steun van de al dan niet aanwezige achterban. Breedveld, Nanninga, Roos, Bosma, Konings, Niemöller, Brussen… breek me de bek niet open. De lijst is lang. Een universum van negativiteitsslingeraars en dito addicts. Wat een treurnis.
Trollen zou ik hen niet willen noemen; meer iets van arme sloebers. Mensen met teveel tijd, waarvan ik me afvraag of ze überhaupt nog af en toe een greintje geluk ervaren. Een grammetje lol in het leven opsnuiven. Wat is er nog over van hun reële wereld? De wereld van liefde, gelegenheidspositiviteit, frisse lucht, ‘gewoon’ werk, relatie en échte interactie?
In mijn ogen: niets. Zij leven niet meer, zij tikken enkel nog. Dat alles onder het motto “ik twitter, dus ik besta”. Een motto dat ik pertinent niet kan of wil omarmen; ik krijg er jeukende uitslag van. Ik zou de zin zelfs willen veranderen in: “Je twittert alleen nog maar? Dan besta je al lang niet meer”.