Mijn kinderen zijn beesten.
Ze zien zooi niet, en als ik ze vertel dat ze mee moeten helpen met opruimen zijn ze ineens poepen, turnoefeningen doen of tijdelijk stokdoof.
Dat zal voor menig ouder herkenbaar zijn.
Ik hou zielsveel van mijn kroost, maar niet als ik hun slaapkamerdeur open doe.
Áls ik hem al open krijgt struikel ik over rottend fruit, lege chipsbakjes, kleding dat drie weken ervoor gedragen is. Om maar te zwijgen van die ene keer dat ik de kat terug vond.
Graatmager, in een laadje van het bed van één van de kinderen. Te zwak om te miauwen.
Zelf word ik op zo’n moment woest en ik eis dat ze per direct de kamers opruimen.
Hahaha!
Wishful thinking, heet dat.
Want er wordt uiteraard niet gepoetst.
Wel lezen ze uiterst geconcentreerd de laatste Donald Duck, of krijgt Barbie per direct een geheel nieuwe garderobe aangemeten.

Bron: PixaBay.com
Wat te denken van broodtrommels?
Ik ken geen enkele ouder die niet op een maandagmorgen half aangevreten, blauwige boterhammen in de broodtrommel van de kinderen vindt. In de rugzak, die tot zondagmiddag achteloos in de gang lag. Totdat je er je benen over brak en je ze gefrustreerd onder de kapstok hebt geschopt. En diezelfde broodtrommel sta je dan met je chagrijnige harses op een maandagmorgen af te wassen, want je hebt niet voldoende broodtrommels op voorraad.
En school begint over tien minuten.
Dvd hoesjes. Nog zo’n frustratie.
Dat je je wezenloos zoekt naar Minecraft, en je die pas drie maanden later in het hoesje van “Hoe Tem je een fukking‘ Draak deel zoveel” terug vindt.
En in de tussentijd heb je toch maar opnieuw Minecraft gekocht, want zoon kijkt zo zielig.

Bron: Pixabay
Maar ik heb mijn kinderen aan het opruimen gekregen!
Hoe?
Ik ben gestopt met kuisen.
En mijn vrouw ook.
En ineens kwamen de kinderen vragen waar de schone kleren lagen.
Want er lag niets meer in de kast.
Dat klopt; alles ligt op de grond.
In hun eigen kamer. Neergegooid, vol vlekken en kreukels.
Want de kinderen waren wederom vergeten om hun vuile kleding in de wasmand te doen.
“Pak maar een onderbroek van je vloer,” mompel ik, terwijl ik naar 24 Kitchen zit te staren.
“Ja maar, die heb ik allemaal al aangehad. Die zijn hartstikke vies. En ik moet op school gymen straks,” jammert een kind, terwijl het andere Draakje met puppy oogjes mijn medelijden probeert op te wekken.
“Boeien,” mispel ik, en ik duw onverschillig de kinderen uit mijn zichtlijn.
Tien minuten later loop ik zeven wasmanden achter.
Als je wilt dat er iets gebeurt dat nooit eerder is gebeurd, moet je iets doen wat je nooit eerder hebt gedaan.