“Supergeinig tentje, toch?” kirt mijn kersverse date. Ik wil direct met een welgemeend “mwah…” antwoorden, maar ik houd me in. Zij heeft dit Mexicaanse geval immers uitgekozen, dus moet ik wel enthousiast zijn.
“Ja, best oké,” pers ik eruit.
Het is een eenvoudig hok, witte muren en houten tafels met heftig gekleurde kleedjes erop. Harde houten stoelen en wat – waarschijnlijk Mexicaanse – slingers aan het plafond. Frida Kahlo levensgroot aan de muur. En Zuidamerikaanse pingelmuziek op de achtergrond. Hekel aan. Maar de prijzen zijn meer dan schappelijk en ik moet straks betalen. I’m loving it.
Zoete meuk
“Dos Desperados, por favor!” antwoordt Date vol overgave, nog voor ik zelf iets kan antwoorden op de standaard openingsvraag van de serveerster. Oké dan. Mexicaans wanhoopsbier (of liever gezegd, Franse zoete Heineken-meuk uit Den Bosch) erbij. Waarom niet. Als die vreselijke jengelmuziek nu nog even uit kan, is alles perfect.
Muziekpolitiek
“Wat heb jij gestemd?” vraagt Date (ik blijf haar voor het gemak maar zo noemen). Zo, dát is nog eens een gespreksbegin. Verschrikt kijk ik haar aan. Niks Desperados, enkel wanhoop over hoe ik mij hieruit ga worstelen. Ik wíl mijn stemgedrag en politieke gezindheid helemaal niet uit de doeken doen.
Maar dat hoef ik gelukkig ook ik niet, want dat doet zij al: “Ik heb op Thierry gestemd! Die man wéét hoe de muziek der politiek moet klinken,” straalt ze.
Muziek. Bah.
Zingende vrouw
Mijn verschrikte blik maakt abrupt plaats voor onbegrip. Ik snap al niet wat mannen in die man zien, laat staan vrouwen. De partij zelf, a la, die kan ik als ‘enig kiesbaar alternatief’ bij ontevredenheid met de gevestigde orde nog begrijpen.
Maar dat je als vrouw vol overgave krakeelt dat je ‘op Thierry gestemd’ hebt, op de persoon zélf, vind ik onbegrijpelijk. Net als vrouwen die trots melden dat zij op Trump gestemd hebben. Van hetzelfde laken een pak. Meer van hetzelfde gezang uit de misogyne egotripperkerk. Maar goed, mijn pakkie niet an. Ze mag de lofliederen zingen die zij wil.
Wanhopig
Ik staar naar de eenzame flesjes ‘wanhopigen’ op het kleurige kleedje. Ons eten is nog in de maak. De buitendeur gaat open. Twee mannen, de één met een klein gitaartje en de ander met een accordeon, stappen al spelende naar binnen. Ik krimp ineen. God nee, niet nóg meer muziek! Ik kijk verwoed naar beneden.
Ze blijven bij het eerste tafeltje staan en spelen “Griechischer Wein” – jawel, Griekse wijn van een Duitse zanger, om in deze context onpasselijk van te worden – voor een zich duidelijk opgelaten voelende stelletje. De vrouw frommelt in haar tas en probeert de heren een euro te overhandigen, in de hoop hen daarmee door te sturen naar hun volgende muzikale slachtoffers.
‘Desperado’
Laat ze alsjeblieft niet hier komen, laat ze weggaan… Ik hoop en bid tevergeefs. Want Date kijkt zó verrukt en verwachtingsvol dat de heren linea recta naar onze tafel komen. Zo is Thierry met zijn poli-poëzie waarschijnlijk ook tot haar gekomen, denk ik schamper.
Date slaat haar handen ineen en kijkt vol bewondering naar de twee gesombreerde heren, die nu prompt ‘Desperado’ van de Eagles inzetten. De gitarist kijkt mij daarbij indringend aan. Zou hij ‘t zien? Zou hij aanvoelen hoe wanhopig ik word van deze ongevraagde kakofonie aan mijn eettafel? Zo ja, waarom loopt hij dan niet gewoon door, samen met zijn vriendje?
Bruine brei
Date ziet ook hoezeer ik niet geniet. “Joh, doe es normaal? Is toch leuk, dit? En zo lang die twee hier staan, hoef jíj in ieder geval niks te zeggen, stille!” roept ze over de muziek heen.
Ons eten arriveert. Het hare is bruin, het mijne groen.
Date roert onderzoekend in de choco-chili-saus die de daaronder liggende kip met rijst geheel bedekt. Met haar lepel produceert ze een zuiggeluid. Het ziet eruit als een koeienflats en klinkt ook zo. Als diarree met ritmegevoel. Poepbruine brei. Politiek gezien past het wel bij haar.
Nee, ik hoef niet te proeven; ik houd ‘t toch maar liever bij mijn guacamole en rijst met limoen-koriandercurry.
Na gevoelde twee uren zijn de tokkelaars klaar met ons. Ik staar nog steeds naar mijn bord. De eetlust is me vergaan. En ik twijfel of ik me in de toekomst nog weer door Date – of welke willekeurige andere date dan ook – laat bespelen.
Ik zing dan toch liever zelf.