We zijn met een groepje in de Dolomieten. De laatste goede week voordat alle sneeuw onderaan de piste verandert in pap en gaat lijken op ongemixte Margarita’s. De kern van de vriendengroep zijn de mannen. De rest is aanhang, of zijdelings bevriend. Zo’n huisje moet toch vol. Dus waarom niet met leuke mensen?
Ontberingen worden gedeeld. De laatste zwarte piste die niet te doen was. De dronken Rus die zich met suïcidale neigingen van de berg afstort. Ski’s klapperend, stokken zwaaiend. Wintersport is elke dag hard werken. Nét over je eigen grens gaan. Wat je doet als groep, dat deel je ook als groep.
De groep met wie ik nu ben, is een onwaarschijnlijke mix. We zijn goede vrienden geworden door de jaren heen. Wat ons ooit bond, is niet langer wat ons bij elkaar houdt. Geografisch en qua werk liggen we erg ver uit elkaar. Het is nu een bewuste keuze om een week op elkaars lip te zitten in een klein huisje in de sneeuw. Je bent gedwongen om in te schikken.
Onbewust word je deelgenoot van het lot van de ander. Dat schept een band. Gedeelde smart wordt halve smart. Het begint met het delen van een slokje water of een beetje zonnebrand-crème; uiteindelijk wordt slecht nieuws over iemand zijn schoonvader opgevangen door de hele groep.
Wanneer we na zitten te kaarten op het terras van de kroeg, barst een van de nieuwere meisjes in tranen uit. Een mislukte relatie wordt daar even verwerkt. Ik ken haar niet zo goed. Dan voelt dat echt als een klap in mijn gezicht. Uitingen van emotie kunnen net zo hard aankomen als fysiek geweld. Ik weet precies wat ik moet doen wanneer er ergens ruzie uitbreekt. Maar hoe moet ik omgaan met een huilende vrouw? Daar ben ik niet op getraind. Dus druip ik af. Ga ik wel even bier halen.
Later die avond is het weer raak, na het eten. We keuvelen wat na. Er is gedronken en dan worden we melancholisch.
Dit keer gaat het over onze vriend, die er niet meer is. Herinneringen worden opgehaald. Er wordt hard gelachen om zijn strapatsen, zijn extreem wufte houding. Het gaat over jou, man. Ook al ben je er fysiek niet meer bij. Dat komt gewoon af en toe erg hard aan. Helemaal als iemand het zegt, met overslaande stem. Je wordt gemist man.
De groep kan beter omgaan met deze tranen. Ik voel me er nu ook niet ongemakkelijk bij, omdat ik het ook voel. Het is geen verdriet dat wordt gedeeld, het is liefde. Daarom voelen we het allemaal.
Liefde is het enige wat vermenigvuldigt als je het deelt.