De gemiddelde man. Wie is het niet? Iedere man is het in ieder geval een beetje, met een al dan niet flinke deviatie naar links of naar rechts. Ik ben ook een gemiddelde man. Althans, dat krijg ik vaak te horen. En dan klinkt het alsof het heel bijzonder is. En dat klopt.
Nou, gewoon…
“Denis, jij bent zo ‘gewoon’… Zo doorsnee, zo gemiddeld, zo normaal. Zo easy-going. Hoe komt dat toch?”
“Nou, gewoon…”
Dat is ongeveer de conversatie als het thema ter sprake komt. Waarbij het laatste ‘gewoon’ dubbel te interpreteren is; vanzelfsprekendheid of twijfel? En als het al zo gewoontjes is, waarom is dat dan niet goed genoeg?
The average Joe
Ik heb een doorsnee baan met een modaal inkomen. Ik ben een middelbare man met een normaal uiterlijk en een middelmatig postuur. Mijn gemoedstoestand is altijd getemperd; ik flip niet snel. Ik heb het gemiddelde aantal kinderen (1,5 was niet mogelijk, dus dan maar 2) en ik ben, net als de meeste normale mensen, gescheiden.
Ik heb weliswaar een ietwat groter dan gemiddeld huis, maar het meeste wat erin staat, komt van de normaalste zaak ter wereld: IKEA. Ik heb gematigde politieke opvattingen en een matige, maar afdoende algemene kennis. Mijn auto is een makkelijke middenklasser. Ja, ik ben hartstikke doorsnee. The average Joe.
Écht gemiddeld is uniek
Maar wat ís doorsnee? En bestaat er wel zoiets als de gemiddelde mens? Ja, als je 1000 mensen op een kluitje zet en evalueert, komt daar natuurlijk een gemiddelde uit. Maar heel waarschijnlijk is geen enkele van die 1000 in alle opzichten écht het gemeten gemiddelde; ze wijken er stuk voor stuk in meer of mindere mate vanaf. De één is een ‘2’, de andere een ’10’. Het gemiddelde is 6, maar dat zijn ze allebei voor geen meter.
Wat dat betreft zou het een unicum zijn als ik écht precies dat gemiddelde van alles was. Dus zie ik het maar als een compliment. Toch vraag ik me na zulke aantijgingen wel eens af, of ik die eeuwige, oersaaie middelmatigheid zou moeten ontstijgen. En zo ja, hoe? Hoe wordt een mens buitengewoon opvallend, exceptioneel presterend? Moet een mens dat überhaupt willen?
Gematigde dagen
Ik geef het toe: ik ben nogal gemakzuchtig. Misschien is dat de oorzaak. Ik snooze te vaak ‘s ochtends, waardoor ik altijd haast heb. Geen tijd voor de krant, koffie en een rondje joggen. Ik jaag de kinderen naar school en kom te laat op mijn werk. Op kantoor glipt de tijd weg in kieren die ik niet eens kende, gaat op aan stiekem social media gegluur en non-prioriteiten.
Tegen vijven bedenk ik me wat ik die dag eigenlijk had moeten doen en – zoals elke dag – dat er morgen ook weer een dag is. Eenmaal thuis volgt eten koken (of pizza bestellen), huiswerk maken, opruimen, dutje op de bank doen, wakker schrikken, Netflixen, beetje whatsappen en in bed rollen. Dan volgt het niet kunnen slapen en nog meer Netflix. Tot de slaap het laatste restje nacht inpikt. En tot de wekker weer gaat en een vers geboren dag luid krijst om aandacht.
Snooze, please
Mensen zoals ik bereiken niet veel. Ze hebben geen uitgesproken doelen of plannen en ze leven elke dag zonder al te veel over de vragen des levens na te denken. Ze dobberen op de voortkabbelende rivier die ‘gewoon leven’ heet. En dan volgt in mijn hoofd meteen de vraag: wat is daar dan mis mee!?
Excelleren, eruit springen, uniek en bovengemiddeld zijn in wat je doet, zal nooit lukken als je steeds maar weer de snooze-modus blijft herhalen. Maar dat snoozen is wel verrekte fijn. Comfortabel.
Gemak-kelijk
En ik heb nu eenmaal het geluk helemaal niet te wíllen excelleren. Ik ben tevreden met de ongecompliceerdheid van mijn doorsnee bestaan en mijn doorsnee ik.
‘Gemiddeld’ is de gemakzucht in jezelf, die je ervan weerhoudt om te doen wat je eigenlijk zou moeten doen. Maar waar je totáál geen zin in hebt. Ik geniet heel bewust van het gemak der middelmaat. Het goed genoeg zijn, maar niet perfect. Dat is ‘gewoon’ prima. Sterker nog, dankzij mensen zoals ik vallen zij die uniek zijn tenminste op. Dat is ook wat waard, toch?
Heerlijk. Een Gewoon mens.
Je bent niet de enige.