
Fotobron: Lou Bartels
We zijn hier op de redactie toch met mannen onder elkaar, dus we kunnen het probleem gerust even ongegeneerd bespreken. Ik val dan ook maar gelijk met de wc-deur in huis.
Tarrels.
Jullie kennen dat fenomeen wel, toch?
Laat ik even beginnen met te bekennen dat ik zo’n één keer per week de krant van links en onderwijzend Nederland lees. Voornamelijk vanwege de bijlage “Sir Edmund”, die sinds kort is gedegradeerd tot een inlegvel genaamd “Boeken en Wetenschap”. Ook de Volkskrant zal weten wat Belgische efficiency is bij het uitgeven van kranten.
Nou ja, kranten… zo langzamerhand heeft de Perscombinatie hier alle media, inclusief verzekeraars en webwinkels in handen en wordt John de Mol straks nog de Willem van Oranje van het Hollandse medialandschap. God behoede het, maar da’s een geheel andere story.
Terug naar de tarrels. Die piepkleine, hard geworden stukjes stront in de haartjes rondom onze anus, dus.
Ik zeg het maar gewoon zoals het is, stelletje viespeuken! Probeer ze er eens uit te trekken en je begrijpt dat je anus in directe verbinding staat met je traanbuizen.
Of je loopt met je vrouw in de stad en dan ineens krijg je een ontzettende jeuk aan je reet. Je wilt, nee, je móét krabben, kijkt snel achterom of je dit ongemerkt kunt doen en achter je loopt dus net een lekker wijf. Maar die jeuk, hè…
Herkenbaar?
Dat komt omdat we onze reet, na een heerlijke poeppauze altijd afvegen met papier. Honderdtachtig miljoen kilo per jaar, om precies te zijn. Papier.
En daardoor blijven er dus die kleine ‘souvenirtjes van het toiletbezoek’ achter in onze konthaartjes. Scheren kan, maar ik zou dan persoonlijk daarna voor het gezichtsdeel een ander mesje nemen.
Die jeukende anus, als gevolg van die tarrels, wordt in de medische wereld een ‘puritus ani’ genoemd. Kijk. Dat leer je dus als je die Volkskrant wetenschapsbijlage leest.
Wat ik ook las, is dat Japanse mannen daar dus geen last van hebben. Denken jullie vast: “Huh? Maar die hebben me daar toch een oerwoud van gitzwart schaamhaar, waarin dat kleine piemeltje er met chopsticks nog niet eens tussenuit te vissen valt, laat staan dat je er een anus in terugvindt!?”
Klopt. Maar die Japanners hebben namelijk toiletten, waar met een krachtige en warme straal je anus wordt schoon gespoten. Alsof je een klysma krijgt. En er zit ook nog een soort föhn in het toilet, waardoor de boel ook nog even met warme lucht wordt gedroogd. Een anale blowjob, zeg maar. Mooi hè?
Ik vind poepen sowieso één van gelukzaligste momenten van de dag. Maar met zo’n toilet wordt het pas echt een feest! En nu begrijp ik ook die emoji (“smiley”) op m’n iPhone: een drolletje met grote ogen (!) en een brede smile.
Poep en geluk horen dus bij elkaar, volgens Japanners.
Ze hebben dus geen last van tarrels. En jeuk.
Een Japanner lacht meestal. Maar ik ben wel benieuwd naar z’n blik terwijl ie zo’n straal in z’n anus krijgt.
En ik ben blij dat ik tijdens het poepen de krant voor intellectueel Nederland lees.
De correcte medische term is ‘pruritis ani’.