Het is 2019 op de klok. Een jaar dat bol staat van allerlei vieringen en herdenkingen. Eentje heb ik daarin nog niet voorbij zien komen: de viering van 100 jaar kiesrecht voor vrouwen.
Allowing women to vote is like ‘a monkey with a gun’“, zei Borat eens naar Kazachstaanse wijsheid. Toch dacht men er een eeuw geleden anders over. In 1917 werd het passief kiesrecht voor zowel vrouwen als alle mannen ingevoerd in Nederland. Daarmee mochten mannen en vrouwen gekozen worden voor een bestuurlijke functie. Maar het actief kiesrecht – oftewel, je stem uitbrengen – werd alleen opengesteld voor mannen. Voor vrouwen zou dat nog twee jaar duren.
Nederland was er vroeg bij wat vrouwenkiesrecht betreft: in België mochten vrouwen pas in 1948 met het rode potlood aan de slag en in Zwitserland pas in 1971. Dat er weinig slingers en ballonnen te bespeuren zijn is ergens ook wel weer doodnormaal. Het is tenslotte niets meer dan normaal, dus waarom zou de vlag er voor uit moeten?
Voor zover bekend is er nog slechts één land ter wereld waar vrouwen niet mogen en kunnen stemmen. Grappig genoeg is het dan wel weer een land waar vrijwel alle mannen in een jurk rondlopen: Vaticaanstad.