
Fotobron: Wikipedia- Brbbl
30 april 2009, Koninginnedag. De koninklijke familie rijdt in een bus door de straten van Apeldoorn. Toeschouwers staan langs de kant te kijken, naar de muziekgroepen en harmonieën die de koninklijke bus voorafgaan. Een mooie dag is het, er lijkt geen vuiltje aan de lucht.
Tot ineens een vreemd geluid klinkt, een geluid dat niet thuishoort op deze dag. Het geluid van een zwarte Suzuki Swift, die zich op volle snelheid een weg baant door het publiek, op weg naar de bus met daarin de koninklijke familie; het doelwit van de doorgedraaide bestuurder, Karst Tates.
Zijn dodelijk rit eindigt tegen De Naald, een 17 meter hoge obelisk. Daar eindigt ook het leven van Karst, ook al overlijdt hij officieel in het ziekenhuis. Zonder een verklaring af te leggen over het waarom, met achterlating van een spoor van dood en vernieling.
Het is vandaag precies 10 jaar geleden. Overlevenden zoals de destijds 10-jarige Senna Claassens hebben hun leven min of meer opgepakt, al heeft deze aanslag wel diepe wonden geslagen. Vooral bij degenen van wie een naaste de aanslag niet overleefd heeft.
Maar ook bij de familie van Karst. Hebben ze een idee gehad van wat hij van plan was? Hadden ze zoiets kunnen verwachten, of was het voor hen een geweldige, zij het uiterst onaangename verrassing?
Ik kan alleen maar gissen naar de impact die een dergelijke traumatische ervaring heeft. Niet alleen voor de overlevenden en nabestaanden van de slachtoffers, maar ook van de dader. Het zal je zoon maar zijn, die je je nog herinnert als een lief manneke dat altijd zo braaf speelde. Die braaf zijn bordje leeg at, om daarna TV te kijken of buiten te spelen.
Een jongen die zijn best deed op school, maar zijn studie aan de hotelschool stopzette. Die schulden kreeg, zijn huis kwijtraakte en een tijdje rondzwierf. Die weer een baan vond, om die vervolgens ook weer kwijt te raken. Een jongen, een man inmiddels, zonder vrienden, zonder relatie. Alleen en teruggetrokken.
Het zal zijn ouders, broer en zussen allicht zorgen gebaard hebben. Maar ach, zullen ze gedacht hebben: het is een goede jongen, het zal wel goed komen. Ze hebben volgens mij geen idee gehad wat Karst van plan was.
Tot die fatale dag, toen het te laat was. Toen Karst wegging, om niet meer terug te komen. Zodat ook zij blijven zitten, met een gapende wond en onbeantwoorde vragen.