
Bron: Pixabay
Toen mijn vrouw en niet ik de voortuin voorzag van tegels had ik wel wat geroddel van de straat verwacht.
Want het is meer standaard dat mannen voortuintjes tegelen.
Het is erg prettig om over anderen gal te spuwen zodat je niet naar je eigen situatie hoeft te kijken. En ik vind dat geroddel niet eens zo heel erg, als ik er maar niet achter kom.
Helaas voor mijn overbuurman hoorde ik via hetzelfde roddelcircuit dat hij negatief over mij sprak.
Mijn vrouw en ik hebben de perfecte relatie, maar de buitenwereld zal dat niet altijd snappen.
Ik snap dat, omdat we lak hebben aan welke traditionele taakverdeling ook.
Voor de wat traditionelere gezinnen is onze taakverdeling wellicht wat bijzonder. En daar waar ik tracht niet te oordelen over anderen hoop ik dat men mij of mijn gezin ook niet zonder kennis oordeelt. Een utopie, ik weet het, maar wel eentje die ik persoonlijk nastreef. Als ik dan hoor dat iemand uit de straat negatief over mij loopt te roeptoeteren, maar in mijn gezicht mooi weer speelt, dan vind ik dat ik daar iets over mag zeggen.
De meneer in kwestie liep tegen Jan en Alleman te scanderen dat hij het belachelijk vond hoe hard mijn vrouw bezig was. Met al die stenen, terwijl haar man -ik dus- binnen boterhammetjes aan het bakken was. ‘Een echte vent laat zijn vrouw geen zwaar werk verrichten’, enzovoorts.
U vult zijn klaagzang zelf vast wel in.
Dagen reageerde ik niet.
Ik liet meneer mij keurig dagelijks groeten, ik groette beleefd terug. Voldoende verbaal contact om hem de kans te geven zijn beklag bij mij persoonlijk te doen. Zoals het in mijn ogen hoort. Maar meneer bleef hartelijk sociaal gewenst contact vertonen, zonder een spoortje van kritiek.
Tot hij op een namiddag de binnenkant van zijn auto stond te stofzuigen.
Dat vond ik een mooi moment om de hond uit te laten, en eens een gezellig sociaal praatje met deze snoodaard aan te gaan.
Na mijn standaard ‘eeuj‘, en zijn standaard ‘buuf!‘ vroeg ik hem of hij al van de schrik bekomen was. Tot twee maal toe, want zijn stofzuiger maakte nogal wat herrie. De buurman zette zijn zuiger uit, en nogmaals vroeg ik hem uiterst vriendelijk of hij al van de schrik bekomen was.
Meneer had geen idee waar ik het over had.
“Nou, je vond het nogal schandalig dat niet ik, maar mijn vrouw de voortuin aan het betelegelen was, hoorde ik van meerdere buren” en ik zag dat de buurman schrok. De roddel was dus waar. Deze roddelaar had zich tegen anderen negatief over mij uitgelaten.
Zijn wangen werden rood, hij ontweek mijn vriendelijke blik en hij begon te stotteren dat mijn voortuin er prachtig uit zag. “Ja, dat vind ik ook, maar blijkbaar vind jij mijn tuin mooier als ik hem betegel. Want ik had in jouw ogen mijn vrouw nooit die tuin moeten laten betegelen, begreep ik van de andere buren.” En ik hield stil. Opdat meneer de kans kreeg mij van een subliem weerwoord te voorzien.
“Ja, maar je tuin ziet er prachtig uit hoor,” stamelde hij ten tweeden male, terwijl hij zenuwachtig de stofzuiger aan trapte en zich oerend hard concentreerde op de modderige matjes in zijn auto, terwijl hij onderwijl zijn uiterste best deed om mijn aanwezigheid te negeren.
Zuigen, dat kan de buurman als de beste.
Ik heb d’r ook zo’n eentje. Alleen de buuv zuigt beter.