Ik denk niet dat veel Ajacieden in februari verwacht hadden dat we in mei nog een Europees avondje in de Johan Cruijff Arena zouden hebben.
Half februari was ik bijzonder trots op het team, nadat ze thuis tegen Real Madrid met 2-1 hadden verloren. Die uitslag boeide me niet. Ze waren goed. Ik baalde wel nog van de punten die in de competitie waren verspeeld. Dat was namelijk verreweg het belangrijkst. De Champions League was iets voor echte grote rijke clubs.
Nu blijkt dus dat Ajax 2018/2019 halve finale Champions League materiaal is. Na vanavond misschien zelfs meer. Bizar. Ik merk het ook aan mijn status in de buurt. Veel mensen weten wel dat ik al jaren naar alle thuispotjes ga, maar doorgaans voelt dit lichtelijk obscuur.
Naar Ajax – Excelsior probeer ik mijn sjaaltje wat onder mijn jas te verbergen, om onbegrip in ieder geval niet te vergroten. Ik ben een volwassen vent van in de veertig, had ik deze koddige hobby niet al lang achter me moeten laten?
Nu noemt een buurvrouw me een mazzelaar omdat ik een kaartje heb. Ik mag haar graag. We spreken elkaar geregeld, maar nooit over voetbal.
Ook die grap met een baard via social media. Van een vriend met twee kaarten, waarvan de vrouw op bevallen staat. Of iemand in zijn plaats bij de bevalling wil zijn. In wezen vreselijk. Maar het zegt wel veel. Iedereen wil er vanavond bijzijn.
Straks stap ik dus weer voor de zoveelste keer dit seizoen op mijn fietsje, richting Johan Cruijff Arena. Heel normaal, maar dus ook heel bijzonder. Kom op Ajax!