
Bron: Pixabay.com
Op de dag dat ik een blogje schreef over Madonna’s verzetsdaad bij het Songfestival, komt Arsenal met een statement dat ze een speler niet gaan meenemen naar een Europese finale vanwege zijn nationaliteit. Ik vind dat behoorlijk schokkend.
De Europa Leaguefinale is dit jaar tussen Arsenal en Chelsea. Bij Arsenal speelt een Armeen. De wedstrijd is in Bakoe, Azerbeidzjan. Door politieke spanningen heeft Arsenal, in samenspraak met speler Henrikh Mkhitaryan, besloten hem niet mee te nemen.
Waaaat? Als een collega vanwege zijn paspoort niet meegaat, dan kom je toch in protest? Dan boycot je zo’n potje toch? Ik heb uiteraard makkelijk praten. Ik zou dat hoogstwaarschijnlijk ook niet doen, als ik in een heel bizar paralleluniversum speler van Arsenal zou zijn.
De schande ligt helemaal bij de UEFA, die vanwege geld, poen en doekoe voor uitgerekend deze speelstad heeft gekozen. Een Londense derby, waarvoor per club maar zesduizend kaartjes beschikbaar zijn, op duizenden kilometers van Trafalger square, is al raar. Een mensenrechtenschending is echter onverteerbaar. En niemand doet iets.
Uiteraard zal de wedstrijd gewoon doorgaan. Alsof er niets aan de hand is. Net als dat er in 1978 een WK was in het toen, op z’n zachtst gezegd, schimmige Argentinië. Onlangs nog in Rusland. Binnenkort een WK in Quatar. Wat moet er gebeuren voor grote opstanden, of kleine?
Niet veel mensen komen in verzet. Er zijn te weinig Madonna’s en IJslandse Songfestival deelnemers die Palestijnse sjaaltjes tonen. Entertainment is als de tram bij je theorie-examen. Het heeft kennelijk altijd voorrang.
Een potje voetbal of een liedjeswedstrijd zijn kennelijk heilig. Julius Caesar zei het al: “brood en spelen.” Een gedateerde uitspraak uiteraard. Dat brood, voor iedereen, is inmiddels niet meer zo belangrijk. Spelen!