Laatst kreeg ik een goede vriend aan de telefoon. Helemaal onthutst door een artikel dat hij had gelezen in de Volkskrant. Met als titel: ‘zeg maar dag tegen staand plassen‘. ‘Zittend plassen, dat nooit,’ brieste hij.
Hij haalde een citaat van geestverwanten uit het stuk aan: zittend plassen is ‘de nieuwe oorlog tegen mannelijkheid’. Hij was het er helemaal mee eens. Ik moest een beetje lachen. Als dat oorlog is, dan lust ik er nog wel een. Mijn mannelijkheid is bestand tegen een stootje. Zeker tegen zittend plassen.
Toch plas ik zelf ook bijna altijd staand. Ik ga er alleen bij zitten als ik tegelijk moet poepen. Gaan zitten is gewoon een beetje gedoe. Je broek tot je enkels laten zakken, je omdraaien in een beperkte ruimte, gaan zitten en na het lozen van de laatste druppel de hele manoeuvre in omgekeerde volgorde uitvoeren. Blijven staan is gewoon makkelijker.
Gemak is wel het enige voordeel. Zitten is bijvoorbeeld al hygiënischer. Als je staand hebt geplast en je inspecteert de rand van de pot, zie je meestal spetters. Dat betekent dat spetters die een iets andere koers hebben gekozen op je broek terechtkomen. Bij elke keer plassen komen er spetters bij.
Dat moet je dus eigenlijk niet willen. Maar als man kies je dan toch voor je gemak. Niet omdat je een man bent. Vrouwen zouden ook staand plassen, als ze daar anatomisch op ingericht waren.
Mijn vriend had nog een voorbeeld van die ‘nieuwe oorlog tegen mannelijkheid’. Hij kwam met dat verhaal over jongetjes die tegenwoordig niet meer mogen stoeien en ravotten. Omdat ze op school alleen juffen hebben. Dat heet toch gewoon opvoeding!? Kijk naar meisjes, hoe die ervan opknappen! Ze zijn veel leuker dan jongens toch!
Hoe het ook zij, jongetjes zullen dat jongetjesgedoe toch een keer moeten afleren, anders staan ze later als ze groot zijn allemaal te schoffelen. Dus waarom niet zo vroeg mogelijk? Voordat het mannelijk gaat heten. Op tijd mee beginnen dus. Te beginnen met zittend plassen. Geef ze niet de kans te geloven dat staand plassen een stukje van de legpuzzel is die mannelijkheid wordt genoemd. En dat een beetje gewelddadigheid ook best mannelijk is.
Zo lang jongetjes met een blauw oog of een gat in hun knie thuiskomen lijkt het allemaal nog wel mee te vallen. Maar voor je het weet zijn ze lid van motorclubs, van linkse of rechtse knokploegen. Of ze worden voetbalhooligan, crimineel, terrorist of soldaat. Dan zijn blauwe ogen in puin geslagen botten geworden. En zijn gaten het gevolg van messteken en kogels.
Maar goed, voor de meeste mannen is mannelijkheid vooral fantasie. Een dierbare fantasie. Dat soort mannen kunnen van die dramaqueens worden als het over hun mannelijkheid gaat. Een kwetsbare mannelijkheid die bij het minste of geringste in duigen dreigt te vallen. Wat een getut! Eer ik me ontmand zou voelen, daar is meer voor nodig, veel meer! Ze zouden me letterlijk moeten… eh, ja ontmannen!
Oorlog tegen de mannelijkheid… Wat je doet, zitten of staan, is van iedereen een zaak van zichzelf. Of je nu man bent of vrouw, dat is irrelevant. Vrouwen die hurkend plassen, doen dat feitelijk ook staand. Is dat een probleem?
Er is hier toch ook een gulden middenweg!!! je plast staand en je veegt evt spetters weg met een stukje wc. papier. Ik zie het probleem niet.