
Fotobron: Pixabay.com
(Een groot deel van deze dialogen berust op de werkelijkheid)
Karsten: “Kijk, wat een mooi shot vanuit de helikopter. Van zo’n dorpje waar je nooit iemand ziet lopen. Je kunt je toch niet voorstellen dat hier mensen wonen?”
Jeroen: “En toch komt het voor!”
Karsten: “Ik zie geen schotelantennes op het dak, ik zie geen was uit de ramen hangen.”
Jeroen: “Ja hoor, daar links wel.”
Karsten: “Ja daar wel. Maar naar rechts ziet het er heel verlaten uit.”
(Stilte)
Karsten: “Ze hebben wel een voetbalveld. Bijna elk dorpje in de wereld heeft wel een voetbalveld. Ik was vorig jaar nog in een dorpje in Colombia bij een voetbalwedstrijd tussen de clubs van twee verschillende dorpjes. Dat was echt schitterend man.”
Jeroen: “Jij praat nou al over voetbal. Hoe heeft het zover kunnen komen?”
Karsten: “Ja, omdat ik net dat verlaten voetbalveld in dat dorpje zie. Maar goed. Ik was dus bij die voetbalwedstrijd en het was zo mooi om te zien. Midden in de jungle! Hadden ze een plek van 100 bij 80 meter helemaal plat gekapt en een soort van grasveld gemaakt met daarop af en toe een flinke plas modder of water. En op dat veld waren 22 mannen aan voetballen alsof hun leven ervan af hing. De hele plaatselijke bevolking stond om het veld. Op het veld liepen ook kippen en honden (lacht hard). Ik heb er ook foto’s van, het was écht geweldig.“
(Stilte)
Karsten: “Mijn gids in Colombia bleek ook de plaatselijke voetbalheld! Een echte voetbal-ster was ie. Kijk, hier heb ik ook nog een filmpje van die wedstrijd (lacht).”
Jeroen: “Ja, het is wel de moeite. Dit is geen eersteklas niveau. Ik zie ook een hond op het veld.”
(Lange stilte)
Jeroen: “Maar ehhh, je kunt hier in dat dorpje dus wel een pand kopen, en dat dan helemaal vernieuwen…”
Karsten: “Ja, dat kan. Ik denk ook dat het niet veel kost hier, een appartementje.”
Jeroen: “Jij met je handige handen.”
Karsten: “Mijn handige handen (lacht hard). Nou als ik het zo zie, beginnen mijn handige handen aardig te jeuken.”
Jeroen: “Ja?”
Karsten: “Ik was gister bij vrienden. Die wonen in Amsterdam, op een woonboot die ze twee jaar geleden hebben gekocht. Die heb je niet zoveel in België hè, woonboten?”
Jeroen: “Die heb je er zeker wel, absoluut.”
Karsten: “Ik heb zelf ooit op een woonboot gewoond, toen ik in Groningen studeerde. Een mooie tijd is dat geweest met mijn neef Maarten, samen op de woonboot. Maar goed, die vrienden hebben een woonboot gekocht… en die vloer die kraakt. Nou ja, ik ben dus wel vrij handig. Dus kreeg ik de vraag of ik die vrienden kon komen helpen om die vloer te maken. Ik had mezelf ook uitgenodigd om daar te eten. Het was heel gezellig. Maar die vloer kraakt dus. Dus ik heb even met Tim zitten kijken en dat gaan we samen wel oplossen ja. Ik denk dat ik daar wel een dagje mee bezig ben. Heel die vloer moet eruit, ik denk dat ik hem ga verlijmen.”
Jeroen: “Dus het is toch een optie om hier ergens een oud pand op te kopen en een maand of een half jaar ermee bezig te zijn?”
Karsten: “Nou, om eerlijk te zijn, mijn dagen zijn al gevuld. Ik heb meer dan genoeg om handen.”
(Stilte)
Karsten: “Maar ik vind het heerlijk om met mijn handen te werken, dat geef ik toe. Iets creëren, dat vind ik echt mooi. En echt met hout werken, dat vind ik het mooiste.”
Jeroen: “Met hout…”
Karsten: “Ja, ik vind hout het dankbaarste materiaal dat er is.”
(Stilte)
Karsten: “Zo’n dorpje is ook altijd heel mooi vanuit de lucht.”
Jeroen: “Zou je er niet liever gewoon doorheen willen lopen?”
Karsten: “Ehhh… Waar woon jij?”
Jeroen: “In Gent…”
Karsten: “Gent? Dat is vast heel mooi vanuit de lucht. Misschien wel mooier dan te voet… Je ziet veel meer. Kijk maar. Een slingerend riviertje, die oude rode dakpannen, dat steenoude pittoreske kerkje vlak bij dat schattige dorpspleintje…”
Jeroen: “Ah, je hebt een nieuwe theorie dat alles vanuit de lucht mooier is dan als je er gewoon doorheen loopt…?”
Karsten: “Hoho, dat zeg ik niet.”
(Stilte)
Karsten: “Nou ja, jij wandelt er dus liever doorheen.”
Jeroen: “Ehhh, als ik mocht kiezen, dan het liefst te voet.”
(Lange stilte)
Karsten: “Kijk, daar achter het peloton, al die vogels. Dat zijn allemaal zwaluwen, net als bij mij in de tuin.”
Jeroen: “Heb jij een tuin?”
Karsten: “Ja, waarom niet? Zie ik er uit als iemand zonder tuin?”
Jeroen: “Even kijken. Nee hoor, je ziet er niet uit als iemand met een tuin.”
Karsten: “Hoe zie ik er dan uit, Jeroen, zeg dat eens…”
(Stilte)
Jeroen: “Als een man zonder tuin…”
(Lange stilte)
Jeroen: “De helikopter vliegt nu over het Paleis van San Giacomo… Daar mocht toch nog wel een mooi tuintje bij. Ik vind het paleis ook niet zo mooi.”
Karsten: “Nee, maar als het mooi ingericht is…”
Jeroen: “Maar de buitenkant is geen hoogvlieger, hè?”
(Stilte)
Jeroen: “Het heeft een opknapbeurt nodig. Karsten, voel je je geroepen?”
Karsten: “Ja.”
Jeroen: “Ja?”
Karsten: “Ja…”
(Stilte)
Jeroen: “Het gras mag ook wel wat korter…”
(Stilte)
Jeroen: “Hier in Ravenna is het vooral natuurlijk de graftombe van Dante di Alighiero degli Alighieri, een veelbezochte tombe van één van de grootste schrijvers en dichters ooit, geboren in Virenze. Daar heb je ook een ‘originele’ graftombe, maar dat is het niet. Die tombe is daar alleen voor de show gebouwd. De plek waar hij overleden is, is Ravenna.”
Karsten: “Wat is het dan?”
Jeroen: “Ja, gewoon een soort van plek waar je naar toe kan gaan om hem te…”
Karsten: “Oh, zo’n graf waar een pluk haar in zit? Of een teennagel…?”
Jeroen: “Ja, of een pen waarmee hij geschreven heeft. Weet ik veel.”
(Stilte)
Jeroen: “Maar zijn echte graftombe ligt dus in Ravenna.”
(Stilte)
Jeroen: “Dante dus, de schrijver van de bekende Goddelijke Komedie. La Divina Commedia. Een gedicht in drie delen over de reis door het hiernamaals. Van de hel door het vagevuur naar het paradijs. Dat heeft hij allemaal neergepend.”
(Lange stilte)
Jeroen: “Wou je iets zeggen?”
Karsten: “Ehhh, nee, niets interessants. Maar jij volgens mij ook niet. (…) Nee, ik wou je vragen: wat heb je gisteren allemaal gedaan…?”
Jeroen: “Dat vind je interessant?”
Karsten: “Nou nee, maar ja, ook weer wel.”
Jeroen: “Hardgelopen…”
Karsten: “Je hebt hardgelopen? Serieus?”
Jeroen: “Hardgelopen, Game of Thrones gekeken en deze etappe voorbereid.”
Karsten: “Hoe zit dat eigenlijk met Game of Thrones?”
Jeroen: “Het is afgelopen.”
Karsten: “Oh ja joh?”
Jeroen: “Maar ik ga daar niks over zeggen, want misschien hebben sommige mensen nog de tijd niet gehad om te kijken…”
Karsten: “Hoe kan het nou dat ik dat heb gemist?”
Jeroen: “Ja, ik snap echt niet dat je dat hebt gemist. Want het is toch een ongelooflijke serie?”
Karsten: “Nou ik heb ehhh…, dit was seizoen zeven?”
Jeroen: “Acht…”
Karsten: “Oh ja?”
Jeroen: “Acht ja. Het is nu volledig afgelopen.”
Karsten: “Volgens mij heb ik tot en met seizoen zeven gezien. Ik vond het bijzonder vermakelijk.”
Jeroen: “Maar?”
Karsten: “Nou ik heb het gewoon gemist. Dat is wel raar dat ik dat niet heb meegekregen…”
Jeroen: “Maar je hebt het nu wel meegekregen?”
Karsten: “Ja, nu weet ik het.”
Jeroen: “Dat het gedaan is?”
Karsten: “Nou, jij hebt me dat net verteld.”
Jeroen: “Okay… Maar je moet dan online maar gaan kijken hoe het afgelopen is. Ik ga je dat dus niet vertellen.”
(Stilte)
Karsten: “Weet je. Ik vergeet nog wel eens wat…”
Jeroen: “Ja, maar dit kun je niet vergeten.”
Karsten: “Nee, maar als jij me nu vertelt hoe het is afgelopen, dan denk ik dat ik dat dan morgen al niet meer weet.”
Jeroen: “Meen je dat nou?”
Karsten: “Ja, ik heb dat meer. Zit ik een film te kijken, dan denk ik: goh, wat een leuke film. Maar dan, vrij vlug als de film is afgelopen, denk ik: maar die film heb ik toch al eens gezien?”
Jeroen: “Echt?”
Karsten: “Echt! Daarom ben ik ook zo gelukkig. Ik ben net een goudvis.”
Er was ook nog een nabespreking met Mart over restaurant Ca’ De Ven waar je de superieure kwaliteitswijn van de Nederlander Douwe Walinga – want een beetje nationalistisch mogen we toch wel zijn-, mogen we dat zijn?- kan proeven nadat je een bezoek hebt gebracht aan de prachtige basiliek di San Vitale in Ravenna, het stadje dat zo vaak door toeristen wordt overgeslagen maar dat zo schilderachtig uitsteekt op de rotsen boven de Adriatische kust.