‘Rolling Thunder Revue: a Bob Dylan story by Martin Scorsese’ (**)
Ik begon aan Scorsese’s docu ‘Rolling Thunder Revue’ over Bob Dylan, maar verzandde al zo snel in een een mistig woud vol vaagheden en onsamenhangend kunstzinnig gelul, dat ik gillend de tuin in ben gerend.
Vreemd, want Scorsese maakt over het algemeen prachtige films vol diepgang en detail. Ook bewaakt hij over het algemeen een duidelijke verhaallijn. Muziekfilms zijn daarbij geen vreemden voor hem. Dat zagen we al in 2008 bij ‘Shine a Light’ (Rolling Stones) en zijn documentaire over George Harrison.
Meestal schetst Scorsese daarbij eerst het heersende tijdsbeeld, bedient hij je van enkele belangrijke geschiedkundige feiten en worden de belangrijkste personen gericht geïntroduceerd. Bij ‘Rolling Thunder Revue’ is dat een stuk minder.
Ik ben geen Dylan-fan. Als ik een nummer van hem hoor, knijpen mijn billen samen en vormt zich een ernstige frons op mijn voorhoofd. Het woord ‘aansteller’ rolt veelvuldig over mijn lippen. Die zeurende intonatie en dat nasale, geknepen stemmetje zijn duidelijk niet aan mij besteed. Wél ben ik benieuwd naar de verhalen die schuilen achter grote musici als Dylan en hoe ze zijn gekomen tot wie ze zijn.
Op Netflix verslind ik de ene na de andere muziekdocu. Die van de Eagles was machtig, die van de Rolling Stones en Keith Richards waren tof, over EDM artiesten Avicii en Steve Aoki kwam ik veel te weten en zelfs die over bluesgitarist (en oorspronkelijk lid van de Club van 27) Robert Johnson was behoorlijk interessant. Dus over een singersongwriter die de stem was van een generatie – en zelfs een Nobelprijs ontving – wilde ik best een docu checken. Dat liep even anders.
Ik neem je even mee naar een stukje voordacht van zangeres Joni Mitchell, ergens in het begin van de docu. Joni begint op een podium in een club een verhaal te vertellen dat ze wellicht ergens heeft gehoord, of dat ze ter plekke verzint. Iets over een boogschutter en een sultan. Hoe dan ook, er zit geen enkele lijn in en ze springt van de hak op de tak, voordat het geraaskal overgaat in een soort van een nummer. Er is werkelijk geen touw aan haar gezever vast te knopen. Goeie drugs, dat is duidelijk.
Een gegeven dat al snel de rode draad van de hele film blijkt te zijn. De ene na de andere koekwaus uit Dylans entourage somt de meest uiteenlopende vaagheden op alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ik heb echt de grootst mogelijke moeite moeten doen om een half uur verder te komen, maar sorry, Bob: het lukte me niet.
Zuchtend zette ik het hele relaas af. Gelukkig staat sinds deze week het derde seizoen van Strangers Things op de streamingsdienst. Dáár ga ik eens even lekker voor zitten.