Zoete, zwoele zomeravond. Je huid smaakt zilt van de zee. Je huid plakt, ook als je stil blijft zitten. Overal hoor je mensen klagen over de hitte. Wij klagen niet. Deze deken van warme lucht en gloeiende zon past ons prima. Ik voel je naast me zitten, omdat je huid harder gloeit dan het briesje wat er staat. De lucht ruikt zoet van de bloesem.
Het is perfect.
Het begon, zoals zo vaak, met nog één biertje. Je vroeg of ik bleef eten en ik zei geen nee. De nacht werd een waas en de ochtend was een droom die maar bleef duren. Een droom die nu, jaren later, nog steeds buitengewoon is.
Ik denk dat het onoverkomelijk is dat je in het leven meer verliest dan dat je wint. Maar de victorie met jou smaakt zo zoet dat het alle bittere nederlagen wegspoelt, zonder nasmaak. Het was voor mij een onbekend gevoel. Zonder achterom te kijken, zonder schuld te voelen. Alsof ik los was van mijn verleden, zonder me ervan bewust te zijn. En daar heb ik jou voor te bedanken.
Daarin ligt het broze geluk. Het evenwicht tussen ons. De wederzijdse euforie die enkel getemperd kan worden door realiteit en andere nonsens. Zaken die er eigenlijk niet toe doen. Want de realiteit is wat je ervan maakt. En wij maken het goed samen. Onze balans die nooit echt is besproken. Het evenwicht dat nergens is vastgelegd of geregistreerd; dat is wat het leuk maakt. Dat is wat ons wij maakt.
Zo smaakt deze zwoele zomeravond. Zo smaakt je huid naar het zilt van de zee en naar meer. Ook dit zal een herinnering worden. Een foto aan de muur. Dat is prima.
En waar je ook gaat lief, ik ga met je mee.