
Bron: Pixabay
Met het gezin gaan we naar de Efteling.
Zoon – gediagnostiseerd met McDD – wil per sé in de Bob. Het is de enige achtbaan waarin hij durft en het zal een waardig afscheid worden; de Bob sluit immers definitief haar deuren.
Maar er is nog een andere missie; in De Vliegende Hollander gaan. Met andere woorden; een angst overwinnen die per jaar groter wordt.
We proberen jaarlijks naar de Efteling te gaan.
Iedere keer staan we in de rij van de Vliegende Hollander. Zoon met een koptelefoon op, en mijn vrouw vertelt bij elke bocht van de rij wat er te wachten staat. Op YouTube kijkt hij nog maar een keer het filmpje van de daadwerkelijke rit.
De 25 minuten wachttijd wordt gebruikt om Zoon ervan te overtuigen dat hij dit jaar daadwerkelijk zijn angst gaat overwinnen.
Het gaat niet eens om de achtbaan, het gaat om een levensles.
Als je over je angst stapt, bereik je zoveel meer.
Dit overigens tot grote frustratie van Zus.
Zij wil gewoon genieten van de voorpret in de rij. Maar alle aandacht gaat naar Zoon. Niet alleen van mama, maar vooral ook van de rest van de aanwezigen. En dat vindt Zus verschrikkelijk gênant.
Daarom richt ik mijn aandacht op Zus en negeer ik Zoon.
In deze gemoedstoestand luistert Zoon toch alleen maar naar mama.
Dan komt het moment dat we in de boot mogen stappen.
Zoon begint te krijsen, te schoppen en te huilen. Hij wil vluchten, maar de sterke armen van mama houden hem tegen. Het personeel (fantastische mensen) laat de boot nog even liggen, maar Zoon weigert pertinent om in te stappen.
Ik zit inmiddels in de boot te wachten, samen met Zus.
Ten einde raad stapt ook mijn vrouw in de boot en we laten Zoon krijsend van angst achter. Bewust, want we weten inmiddels dat dit helpt om op een later tijdstip alsnog zijn angst te overwinnen. We negeren alle afkeurende blikken.
Als we terug komen, staat Zoon nog steeds te huilen.
Hij snottert dat hij een autist is, dood wil en zich kapot schaamt voor zijn gedrag. Het aanwezige personeel pept hem op, door te vertellen dat zij hem sowieso per definitie superstoer vinden. Daarom ontvangt hij een paar VIP-kaarten. Als hij later nog een keer wil proberen om in de boot te stappen, kan hij met deze kaarten de wachtrij omzeilen en direct de volgende boot in stappen.
Zeker een uur lang huilt hij.
Hij is boos, verdrietig en hij schaamt zich. Vooral omdat hij zich zo heeft laten leiden door zijn angst.
Waarom kan hij niet datgene wat normale kinderen wel kunnen?
Mijn vrouw blijft op hem inpraten en een tijdje later stappen we weer De Vliegende Hollander in.
Zoon krijgt een high five van het personeel en we mogen direct naar een bootje.
Maar Zoon begint weer te krijsen en hij probeert zich uit de armen van mijn vrouw te wurmen.
Dan reageert mijn vrouw zeer resoluut.
Ze zet Zoon in de boot.
Ze gaat naast hem zitten en tegelijkertijd duwt ze de veiligheidsgordel stevig aan. Zoon schreeuwt het uit van angst. Doodsangst.
Ouders schudden boos met hun hoofd. De mensen in de boot kijken beschaamd recht vooruit.
Mijn vrouw houdt Zoon stevig beet en ze gebaart naar de medewerkers van de Efteling dat we moeten vertrekken.
Zoon blijft schreeuwen totdat we de nis van mist voorbij zijn.
Daarna herhaalt hij zijn mantra: “Oh my God, Oh my God.”

Bron: http://hmd.plaatjesgenerator.nl
Nog geen minuut later dobberen we richting de uitgang.
Zoon hangt stoer tegen zijn moeder. Met droge ogen, vuurrode vochtige wangen en een beverige stem oreert hij dat hij het supersaai vond. Of eigenlijk wel een beetje leuk. Fantastisch, als hij echt eerlijk is.
Bij het einde aangekomen juichen de mensen van de Efteling Zoon toe. We mogen blijven zitten en deze rit schreeuwt Zoon wederom de longen uit zijn lijf.
Maar nu van plezier.
Eindelijk kunnen we ontspannen.
Die avond, als hij zijn moeder welterusten wenst, fluistert hij zachtjes in haar oor.
“Dank je wel dat je mij gedwongen hebt, mama. Nu weet ik dat ik veel meer durf dan ik denk.”
Meer blogs over McDD lezen? Klik hier.
Wat een prachtig, ontroerend stuk. Jullie zijn geweldige ouders, met kanjers van kinderen!! <3