
Fotobron: Wikipedia – DWDD
De corpulente grijze duif Henk Otten spreidt zijn vleugels en verlaat al klapwiekend het nest. Maar niet voordat hij eerst nog even wat ontlasting heeft laten lopen, zoals het elke bietsende en jattende stadsduif betaamt.
Het liefst laten dergelijke creaturen hun drek druppelen op iets dat glimt, zoals het dak van een in de late zomerzon schitterende bolide. Of op de grootste en mooiste partij van Nederland.
Pas daarna vliegt gevogelte als Henk Otten op, op zoek naar een nieuwe plek om ook aldaar het maag-darmkanaal te kunnen ledigen.
Terwijl ik gadesla hoe Henk instabiel en met veel aplomb al fladderend het luchtruim kiest, besef ik dat deze profiteur, oplichter en klaploper niet zozeer een corpulente stadsduif is. Nee, hij is een andere vogelsoort. De koekoek.
Henk Otten handelt als de broedparasiet die elke koekoek van nature is. Hij deponeerde zijn ei in het beschavingsnest van de trotse pauw Baudet, liet het schone dier met zijn prachtig gekleurde verenkleed al het werk doen en ging er vervolgens met de inhoud van het nest vandoor.
Sola mala nusquam ire, denk ik dan. Gelukkig vertrekt het kwaad nooit alleen. Twee andere geringeloorde fladderaars volgen de broedparasiet Otten; zijn beide papegaaien Dorien Rookmaker en Jeroen de Vries.
Een driemanskliekje dus. De oprichtingsvergadering van de nieuwe partij van Otten vond dan ook plaats op een terras. Niet meer dan logisch, want de boreale wereld van Henk Otten is vooral de wereld van de borrel.
Daar ga je Henk, ik zwaai je uit en wens je een behouden vlucht. En mocht je neerstorten in al je onkunde (de politiek kent nu eenmaal veel turbulentie), dan zal ik zeker eens langskomen om de puinhopen van je zelfoverschatting te komen aanschouwen.