Een jaar of wat geleden zat ik op een gezellig pers-event ergens in Amsterdam. Aanleiding was de introductie van een extreem brede televisie, die werd gedemonstreerd middels een haarscherpe Transformers film (indrukwekkend!) en potjes Killzone in ultra HD op de Playstation (kicken!).
Om de naar het beeldscherm starende mens verder te behagen, was een bartender van Jameson ingehuurd om ons van vloeibare catering te voorzien.
“Heb je ook bier?” was natuurlijk de eerste en bovenal volstrekt logische vraag aan hem.
Nee, bier had hij niet. Maar hij kon wél een lekkere cocktail voor ons maken, zo bood hij aan. “Een cocktail met whiskey? Hahaha!” lachten we in koor. Het was drie uur ‘s middags en whiskey, tja, dat was toch een stevige borrel voor ergens in het weekend.
Maar de beste man ging vol overtuiging aan de slag. Wierp grove ijsklonten in een flink glas, schonk er een afgemeten hoeveelheid Jameson in, kneep er vers limoensap over uit, vulde het glas aan met schuimend bruisende ginger ale en serveerde het geheel met een partje verse limoen. Een combi die ik zelf werkelijk nooit had kunnen bedenken, maar ik was dan ook geen mixmeester in de drankenkunde.
“Kijk eens aan, een Jimmy-Ginnie,” grijnsde de bartender terwijl hij de glazen voor ons zette. Ik legde de Playstation-controller neer, roerde met het rietje door het glas, nam een slok en liet de cocktail tot me komen. Allemachtig!
De milde, zoete smaak van ginger ale danste een zalige wals over mijn tong. Het was een mix waarin je de whiskey proefde, zonder dat de ‘hardcore’ whiskeysmaak de overhand had. (Voor de leek: Jameson is sowieso wat zachter en toegankelijker dan zijn soortgenoten). De aanwezige limoen gaf het geheel nog eens extra frisse twist. Die had ik duidelijk niet zien aankomen. In mij drong de behoefte zich op om de cocktailman te omhelzen van geluk.
Sindsdien is de Jimmy-Ginnie mijn lievelingscocktail aller tijden. Alsof het een evangelie was, liet ik al mijn vrienden kennis maken met deze vloeibare topcombi. En nog steeds. Zelfs de meest hartstochtelijke ‘Ja maar ik lust helemaal geen whiskey’-roeper trek ik met deze natte feestslok over de streep. Geheelonthouders maken geen kans bij deze rakker. In mijn omgeving is de Jimmy-Ginnie inmiddels een goed succes.
Met name op de wat warmere dagen is het echt een perfecte drank. Niet te zoet, niet te drankerig maar precies goed. Het is jammer dat het, wanneer je er een bestelt, nog niet zo’n ingedaald begrip is als bijvoorbeeld een Cuba Libre. Al krijg je ook daarbij van de gemiddelde ober nog steeds een vragende blik als je er een bestelt – ‘Oh gewoon een rum cola bedoel je haha zeg dat dan’.
Cocktails met whiskey zijn van een heel ander kaliber. Het laat een stukje Hemingway in je los, je voelt je een man van de wereld. Applaus voor degene die bijvoorbeeld een fatsoenlijke Whiskey Sour kan maken. Of, wanneer het winter is, een Snowball: een deel whiskey met wat honing en kaneel, afgetopt met een verse sneeuwbal in je glas. Dáár scoor je punten mee, geloof me. Maar de Jimmy-Ginnie? Echt, probeer ‘m.
Goed, genoeg geluld. Let’s have drink, shall we?