
Bron: pixels.com
Omdat Talpa (of beter, John de Mol) geen flauw idee meer heeft wat de mensen boeit, worden op SBS6 momenteel oude tv-formules van stal gehaald die – zo denkt men – nog jaren meekunnen. Zo zagen we onlangs Man Bijt Hond weer op de verrekijk en pal daarop de oude kijkcijferknaller Lingo. Of was het andersom?
Onbelangrijk.
Feit is dat we weer net als vroeger ouderwets voor de televisie onderuitgezakt zaten, ons lavend aan al die gestoorde Nederlanders met vreemde gewoontes en zielige bezigheden, zoals de vrouw die ooit communiceerde met een slang (en dat heel moeilijk vond!), de man die voor de camera riep dat zijn ex de tyfus kon krijgen en de man met twee grote kartonnen poppen van Max Verstappen in huis (die tijdens F1-races voor het raam werden gezet!).
Aansluitend keken we ook al een paar keer naar het woordspelletje Lingo, waarin zowel mannelijke als vrouwelijke deelnemers hun net iets te geringe woordkennis mogen etaleren.
Het bleek een gouden greep. Nederland keek weer massaal naar beide programma’s. Al zat Lingo na een paar afleveringen alweer in de lift naar beneden wat kijkcijfers betreft.
Man Bijt Hond
Man Bijt Hond daarentegen scoorde als vanouds. Net als vroeger had ik ook weer sterk het gevoel dat heel Nederland Man Bijt Hond moest zien, omdat het zo futiel en lachwekkend is en soms zo ongelofelijk treurig dat het gênant wordt.
Het is het leven dat in meer of mindere mate is uitvergroot en veel mensen een troostmoment biedt, het ogenblik waarop ze hardop durven te zeggen: “Ook wij zijn gek, maar nog lang niet zò gek!”

Bron: Pexels
Wie was het ook alweer? Degene die zei: “Het is met televisie een beetje gelijk met al onze andere uitvindingen: wij vervaardigen van alles, maar kunnen er weinig of niets mee aanvangen”? Was het Louis Paul Boon of een andere lang vergeten schrijver?
Het was in elk geval iemand met veel zeggingskracht. Al moeten we ook weer niet gaan overdrijven. Soms is het fijn dat er nog televisie is. Zo zag ik bij toeval onlangs een programma dat erg veel leek op Man Bijt Hond voor serieuze mensen en maar liefst twee titels had (‘Bij De Buren’ en ‘Iconen’). Hoofdpersonen in het programma zijn oudere Bekende Nederlanders die antwoord geven op (korte en langere) vragen over hun leven en werk. Normaal gesproken een dodelijk saaie combinatie, maar in het geval van dit ene regionale programma allesbehalve saai of geestdodend.
Mannen als Ad Visser
Het meest leek het programma nog op een uitgeklede versie van Zomergasten, maar dan met gasten die echt bij iedereen bekend zijn. Wie er allemaal al voorbij kwamen? Mannen als Ad Visser, Ben Cramer, Mart Smeets, George Baker, Jan Jongbloed en Midas Dekkers.
We zien schrijvers, acteurs, voetballers en muzikanten in hun meest intieme omgeving, zoals Mart Smeets in zijn huisbibliotheek (een ruimte met de omvang van een ouderwetse gymnastiekzaal), Ad Visser in zijn huistheatertje met Herman Brood-schilderijen aan de muur en George Baker omringd door een heleboel gouden platen.
De vragen in het programma zijn meestal niet hijgerig of arrogant. Sterker: het betreffen vaak tamelijk bescheiden en niet al te onbeduidende vragen als: “Wie is Ad Visser?”, of “Wat was u voor een keeper?”, of “Raak je niet gewend aan succes?”, of “Uw fantasie is eindeloos?”
Niet alleen de vragen zijn vaak redelijk subtiel en doordacht, hetzelfde geldt voor de antwoorden. Bijvoorbeeld Mart Smeets die zegt: “Thuis ben ik soms zo stil is, dat mijn vrouw aan mij vraagt: kan jij ook iets zeggen vandaag?” of Midas Dekkers die vertelt dat er nergens zoveel vernuft is gestoken als in het maken van muizenvallen en typemachines (“Daar bestaan echt honderden soorten van!”) of Jan Jongbloed die terugkijkend op zijn loopbaan als keeper zegt: “Ik duik niet graag, ik ben altijd een beetje lui geweest”.

Bron: Pixabay.com
En dan zijn er nog de speciale of bijzondere dingen en momenten uit het leven van de Bekende Nederlander die we te zien krijgen. Zoals de afzichtelijke lange bruine jas van George Baker, de oude zwart-witfoto van de onherkenbaar jonge basketballer Mart Smeets (“Dit is een eeuw geleden…”) en het allereerste plakboek van Ben Cramer die niet altijd Frank Sinatra wilde nadoen, maar ooit een toekomst als Nederlandse Beatle voor zich zag (“Kijk, hier sta ik achter de gitaar…”).
Regionale televisie
Op de regionale televisie vervelen we ons geen moment. Bekende Nederlanders die over hun leven en werk praten, blijken zelfs zeer verslavend. Je blijft maar kijken en na elke aflevering wil je weer een nieuwe aflevering zien. Al zien we ook bij de regionalen een heleboel troep passeren en moeten we soms maanden wachten op programma’s die prettig zijn om naar te kijken, omdat ze ergens over gaan en vakkundig zijn gemaakt.
Zeker is dat ik niet van gekken en zielenpoten hou, in tegenstelling tot Talpa en John de Mol. Ik hou wel van oude gepensioneerde mannen die terugkijken op een lang en actief werkzaam leven met heel veel pieken erin en soms langdurige dalen (zoals bij Ben Cramer).
Oudere mannen die vertellen, ik kan er geen genoeg van krijgen. Zo heb ik nu weer een programma bij RTV Utrecht ontdekt met Maarten van Rossem als presentator. Het programma heeft als titel: ‘Maarten van Rossem vertelt’. De rillingen van genot gaan over mijn rug als ik zo’n titel lees. Virtueel gezien hang ik dan al stijf aan zijn lippen. De immer op dreef zijnde Van Rossem toont zich daarbij als een serieuze in de geschiedenis geïnteresseerde man met goede indringende vragen als: “Waarom is Van Oldenbarnevelt eigenlijk onthoofd?”, “Zag Mussert zichzelf als landverrader?” of “Niemand dacht toch echt dat de Russen zouden komen?”
Gek genoeg staat de tv na zo’n briljante vraag altijd net iets te zacht om het antwoord goed te kunnen horen en moet ik altijd het programma (indien mogelijk) even terugspoelen om het nog een keertje te horen. Eigenaardig is ook dat het antwoord dan net iets minder diepgang en achtergrond blijkt te hebben als dat ik eerder dacht. Maar echt teleurstellen doen de antwoorden nooit. Daarvoor zijn Maartens gesprekspartners ook veel te geleerd. In elk geval een stuk geleerder dan ikzelf.