
Afbeelding van Roman Grac via Pixabay
Een heerlijk maaltijd, met liefde bereid. Een koud glas bier, of voor mijn part water, op de warmste en droogste dag van de zomer. Terwijl de mussen van het dak vallen, gaar en wel. Zittend op een terras, in de schaduw, lekker keuvelend aapjes kijken, terwijl al het schoons op aarde aan je voorbijloopt.
De lijst is schier eindeloos, alles kan erop, niets hoeft uitgezonderd te zijn. Als je kunt genieten van de kleine dingen des levens, ben je een rijk mens. Als niets je meer verbaast, als alles vanzelfsprekend lijkt of met cynisme tegemoet getreden wordt, is het leven grauw en grijs. Dan is alle kleur verdwenen. Dan ben je arm, hoeveel je ook bezit, hoezeer je je omringt met mooie, kostbare dingen.
Ik prijs me gelukkig dat ik kan genieten van die kleine dingen des levens. Dat ik vrolijk kan worden van de juiste muziek op de radio, als ik naar mijn werk rijd. Dat ik blij ben dát ik werk, dat ik een interessante baan heb met leuke collega’s. Dat is ook wel eens anders geweest.
Ik prijs me gelukkig dat ik kan genieten van het fluiten van de vogels, ook al is het ’s ochtends vroeg. Ik prijs me gelukkig dat ik kan genieten van een mooie, zonnige dag met een strakblauwe hemel. Of van een bewolkte, Hollandse hemel, vol prachtige wolken in de meest wonderlijke vormen. Ik prijs me gelukkig dat ik kan genieten van een malse regenbui, liefst vanachter het raam. Dat dan weer wel.
Ik prijs me bovenal gelukkig dat ik elke ochtend met lichte verbazing kijk naar het prachtige schepsel dat naast me ligt, nog in diepe slaap verzonken. Als ik kijk naar haar mooie gezicht, voel ik hoeveel ik van haar houd. Als je ware liefde hebt gevonden, die nog wederzijds is ook, dan ben je pas echt een rijk mens.
De jackpot van de Staatsloterij kan me niet bekoren. Euro millions? U mag ze van me hebben, ze maken me niet rijker dan ik al ben. Ik geniet, van de liefde, én van de kleine dingen des levens.