
Fotobron: Wikipedia – publiek domein
In principe maakt het onderwerp niet uit. Als iets even hot is in de media, komen we allemaal uit onze holen. Witte heteroseksuele mannen die de wereld wel even gaan uitleggen hoe het echt zit. Ik heb het ongetwijfeld ook vaak gedaan. Het gekke is dat je het zelf niet doorhebt. Dat is zelfs het hele punt. Hoe hoger je je op de apenrots voelt, des te groter die blinde vlek.
Nu de Zwarte Piet-discussie in een nieuw jasje is gestoken, komen we ook weer te voorschijn, uiteraard. Met een interessante invalshoek. Quincy Gario en Sylvana Simons heten namelijk opeens Tom van der Molen en het Amsterdam Museum.
Je hoeft een stuk minder moeilijk te doen, geen gevoelige kloven te overbruggen. We kunnen gewoon veel directer tegen onszelf tetteren. Luisteren deden we al niet, maar dat hoeven we nu echt helemaal niet meer te verhullen. Mannen onder elkaar.
Mark
De grootmeester in het mansplaining is deze keer onze eigen premier. Mark Rutte doet weer eens alsof het hem niets interesseert, terwijl hij van binnen juicht om zo’n heerlijke gratis VVD-campagne. Onverschilligheid scoort nou eenmaal enorm bij de achterban.
Van binnen stond hij natuurlijk te juichen bij de bewuste persconferentie, in beeld zakken zijn handen echter dieper en dieper in zijn zakken. Briljant.
Niemand kan zo overtuigd met enkel lichaamshouding ingewikkelde kwesties weg zuchten. Nooit heeft Unilever hem echt verlaten. Het gaat nog altijd alleen over hagelslag en pindakaas.
Onno
Mijn persoonlijke favoriet is echter Elsevier-blogger Onno Aerden. Hij schrijft conservator Van der Molen – zogenaamd – een brief. Hij doet iets dat typisch is voor ons soort mannen. Hij is zeer stellig zonder dit te onderbouwen. Waarom zou je?
Hij zegt bijvoorbeeld dat er “inhoudelijk geen spaan heel blijft van de oproep tot de ban van de term Gouden Eeuw”, maar geeft geen enkel voorbeeld.
Wij kennen geen tegenwind, hebben altijd van onze moeders gehoord hoe geweldig we zijn en zijn dit gaan geloven. Als wij iets zeggen, dan is dat gewoon zo.
Het is behoorlijk onbeleefd om iets anders te doen, dan dit klakkeloos aan te nemen. Pas daarom op voor onze lange tenen. Nuancering maakt ons soms erg boos.
Aerden voert dit principe erg ver. Hij weet zelfs wat de conservator voor snode plannen heeft. Het lijkt me sterk dat hij hem ooit gesproken heeft. Het zullen geen vrienden zijn.
“Een museum dat taalcensuur wil plegen, dat meent dat het gebruik van eufemismen, van newspeak, als vanzelf de discussie oproept die wordt beoogd, verdient hoon en straf. Zie de discussie die ongetwijfeld zal aanhouden – en die bepaald niet gunstig zal uitpakken voor uw mooie museum.
U had dit kunnen weten.
U wist dit ook, dat weet ik zeker.”
Zo zijn we. We hoeven iemand niet te spreken om hem of haar te kunnen doorgronden. We weten dingen altijd zeker. Het maakt ook geen zak uit of het waar is, want wij hebben gelijk. Punt.
Misschien is het een idee om ons, witte heteroseksuele mannen, eens een dagje buiten discussies te houden. Gaan wij naar een gaybar of zo’n high-tea-tent, vast leerzaam. Zonder telefoon, tablet en/of laptop.
Geen idee of er wat zal veranderen, zo zonder ons. Ik ben er wel van overtuigd dat er een stuk beter naar elkaar geluisterd wordt. Arme vaste bezoekers van die horecatenten, dat wel. Ach ja, schijt, wat interesseert ons het?