
Bron: pixels.com
Simone Wijmans. Ik dacht eerst het kleine zusje van Sylvana te ontwaren aan de tafel van Matthijs, maar was (voorlopig tenminste) even gerustgesteld. Voorlopig dus. Tot dat Youp aanschoof. Even uitleggen.
Youp van ‘t Hek is van het uitstervend soort mensenras dat ‘cabaretier’ wordt genoemd en al vanaf de jaren dertig in de vorige eeuw Nederland van een soort grappen voorziet, dat onder de noemer van ‘cabaret’ en ‘kleinkunst’ een typisch Nederlandse vorm van theaterhumor vormt.
Cabaret en kleinkunstkomedie (niet te verwarren met het Amerikaanse ‘comedy’) bestaan in vele gedaantes en uit diverse soorten en gradaties humor, en het hoort bij onze Nederlandse cultuur. Iedereen had en heeft wel zo zijn eigen favoriet. Van knetterhard tot Marc-Marie Huijbregts, of nog erger: Tineke Schouten.
Verder verwijs ik Simone (en ook vooral alle millennials en ‘bakfietsmodderende’ mutsen) naar Wikipedia. Of Jacques Klöters.
Het is verbijsterend te zien en te horen hoe het volk in een razendsnel tempo is afgetakeld tot een mentale weerbaarheid van een weekdiersoort waar de humor totaal is ‘uitgeburn-out’.
Ook de reactie van DWDD zit inmiddels blijkbaar vol met dit soort types. Met een gebrek aan kennis en historie werd Van ’t Hek vergeleken met een stand-up comedian als Dave Chappelle, die alleen maar grof is om het grof zijn en waarmee het Nederlandse cabaret in een totaal fout daglicht wordt geplaatst. Youp keek dan ook verbaasd.
Scènes van Koot en Bie en Hans Teeuwen (toen nog juist wel leuk) kwamen voorbij en er werd stiekem gelachen. Maar deze humor kan dus niet meer, volgens Matthijs en Simone.
Want ook Matthijs )toch van mijn generatie) bleek inmiddels bekeerd tot de brave mutsenreligie toen Simone Wijmans ineens over ‘de pisnicht’ begon. Dat je toch echt niet meer bevolkingsgroepen zo ‘weg kunt zetten’. Je zag Youp wat anders denken dan horen zeggen en volgens mij vond ie Matthijs gewoon een lul en die Simone een zeurkut van het niveau Simons. Ik weet het niet, maar ik denk het.
Pisnichten zijn er gewoon, net als relnichten, grefo’s, stoephoeren en geiteneukers.
Maar dat mag hij niet meer zeggen.
Dan wordt er weer iemand of een minderheid beledigd.
En da’s nou net de bedoeling van een cabaretier. Of van een columnist. Omdat zaken met humor worden aangedikt, juist om te benoemen wat er fout gaat in onze samenleving. Benoemen.
Ook weer zo’n modern kutwoord.
Mijn god wat verlang ik naar een Buckler en het IKEA-stapelbed.
In december zit ik in het theater.
Bij Youp.
Het kan me dan niet grof genoeg zijn.
Klootjesvolk, godverdomme: Ies onze koeltoer.
Punthoofd krijg ik d’r van.
Zelfs Youp had het niet beter gedaan.
Hulde
Dank u. Ik zal ‘t hem doorgeven