
Fotobron: Pixabay.com
We zijn een emotioneel volkje, vandaag wordt dat op Twitter weer bewezen door de friet- versus patatkwestie. Het patatje bestaat kennelijk 150 jaar en via Twitter komt de taalstrijd hierover vroeg op stoom.
Vandaag is het 150 jaar geleden dat in Nederland het eerste frietje werd verkocht, op een kermis in Breda.
Mooie mijlpaal om te erkennen dat het friet is, geen patat.
(Als het patat was, hadden ze het eerste frietje wel in Beverwijk of in Barendrecht verkocht.)
— Sjoerd Mossou (@sjoerdmossou) 30 september 2019
Ik heb mijn hele leven in Noord-Holland gewoond, op twee jaar Groningen na. Ik zeg dus patat. Of niet? Friet floept ook weleens uit mijn mond. En ik merk dat ik daar niet alleen in sta.
Vooral jongeren in Amsterdam – waar ik sinds 1995 woon – hoor ik haast alleen friet zeggen. Ik denk dat veel mensen het hier als synoniemen zien. Soms zeg je toilet en dan weer wc. Het doet er niet toe.
Hoewel ik de emotie mis, vind ik het fenomeen wel mooi. Zeker omdat het een Noord – Zuid-ding is. Taal als cultuuruiting dus.
Football versus soccer
Het doet me ook denken aan football versus soccer in het Engels. Football is de teamsport, waarbij tegen een bal getrapt wordt, die door de gebruikers van de term als populairst gezien wordt. In Europa en Zuid Amerika is dat dus ons voetbal, maar in de VS is dat American football. Voetbal noem je daar soccer. Net als dat ons hockey er opeens field hockey is. Hockeyen doe je in Amerika natuurlijk op ijs.
De patat – friet-kwestie is in zoverre anders, dat het hier niet om populariteit gaat. Friet is in heel Nederland koning.
Een patat is in België (en Zuid Nederland) een aardappel. In Noord Nederland is dat woord het hele snackgerecht geworden. Voor iemand onder de rivieren vast net zo onlogisch als dat je een A4’tje een boom zou noemen. Als Noordeling sta je hier niet bij stil. Net zomin als een Amerikaan die football zegt als hij een sport bedoelt waarbij je voornamelijk je handen gebruikt.
Ik vermoed ook dat de emotie rond het woord friet wat hoger ligt dan rond patat. Zuiderlingen geven er echt om. Zeker nu duidelijk is dat de lekkernij haar oorsprong heeft in Breda. Ze eigenen het meer toe.
Uiteindelijk is de oorsprong natuurlijk ook gewoon het Franse patates frites. Iets dat bij elkaar hoort is verspleten tot een broedertaaltwist.
Dat ik zeg dat Zuiderlingen waarschijnlijk meer hechten aan hun term, zegt natuurlijk niet dat er geen hartstochtelijke patatverdedigers zijn.
In de categorie nestbevuiling: Gaat de NOS ineens partij kiezen door dit een ‘frietje’ te noemen? Het is patat goddamnit! Met je “patatland is Angelsaksisch”. Who the hell do you think you are?!? https://t.co/2HUF0DJsOi
— Mustafa Marghadi (@mousmar) 30 september 2019
Prachtig. Interessant. Ik persoonlijk laat me weer verrassen door hoe ik het de volgende keer bestel. Met. Of oorlog.
Haha heerlijke column! Ik heb een lichte voorkeur voor patat, maar betrap mezelf ook weleens op het woord friet. Of patatfriet zelfs.
Al spreek ik natuurlijk wel altijd van wc, als het gaat om de boodschappen die we dagelijks doen (hoewel, daar spreken we eigenlijk niet over, want dat is vulgair). Toilet kan echt niet.