Absurdisme overspoelt het westen. Alsmaar tegenstellingen aangaande futiele details en cosmetische aspecten van de samenleving. Allerhande vurige debatten die zich het beste laten definiëren als non-discussies.
Dergelijke taferelen spelen zich af in het gehele westen. Niet daarbuiten! Waarbij we ons mogen afvragen of het werkelijk zo goed gaat dat we non-discussies op het hoogste politieke niveau kunnen gaan aansnijden. En nog belangrijker, we zouden ons eens moeten afvragen waar dit is begonnen. Want hoe zijn we in hemelsnaam hier aanbeland?
Gaat de wereld ten onder aan goede intenties óf wordt het welbekende spel van verdeel-en-heers hier gespeeld? En indien het optie 2 betreft, is de aanstichter dan onze eigen regering die een bliksemafleider inzet óf is een vreemde mogendheid die succesvol een wig drijft tussen allerlei partijen?
Hoe dan ook, sinds ik een halfjaar geleden met deze rubriek begon, heb ik nog geen moment verlegen gezeten om onderwerpen. Ik heb een complete lijst met uiteenlopende idioterie, die nog aan bod moet komen. Er zijn zelfs thema’s waarvan ik in het eerste artikel had beloofd ze aan te stippen, die ik nog steeds niet heb behandeld. Maar ja, als tussendoor iets in het nieuws komt, zal dat lijstje wel intact blijven.
Zo kwam afgelopen week minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) met de notie van seksistisch speelgoed. In Frankrijk werd ingezet op genderneutraal speelgoed en dat leek Ingrid van Engelshoven het moment om ook in Nederland deze non-discussie aan te zwengelen.
Laten we het dan nu eventjes niet hebben over het feit dat genderneutraliteit eigenlijk alleen maar betekent dat specifieke jongensdingen geen ‘jongensdingen’ meer mogen heten. Maar laten we het eens hebben over wie er überhaupt over ‘jongensdingen’ spreekt. Juist, de markt zelf in ieder geval niet! ‘Genderneutraal speelgoed’ gooit hoge ogen in de lijst van grootste kul ooit. Het heeft hekserij hoogstwaarschijnlijk uit de top 100 verdreven.
Speelgoed is al genderneutraal. Zelfs Barbie heeft geen kutje en Ken is zo klein geschapen dat z’n lid daadwerkelijk zoek is. Geen enkele fabrikant plaatst de tekst ‘voor jongens’ of ‘voor meisjes’ op de verpakking van hun speelgoed. Ook in een speelgoedwinkel hangen geen borden ‘jongens’ en ‘meiden’. Nee, niets van dit alles, maar toch moet het anders in de speelgoedwinkel.
Welke speelgoedwinkel? Volgens mij is Ingrid al in geen tijden meer in een winkelstraat geweest. Sinds Intertoys over de kop is gegaan, zijn er dorpen die spontaan geen speelgoedwinkel meer hebben. En in steden zijn het aantal winkelcentra met speelgoedwinkel eveneens afgenomen. Kortom, waar hebben we het in godsnaam over?