
Fotobron: Pixabay.com
Aanvankelijk wilde ik een stukje schrijven waarin ik, figuurlijk gesproken en in alle collegialiteit, het been van een paar publicisten afzaag die al een tijd roeptoeteren dat nieuws geen waarde heeft, dat een mens zich beter voor nieuws kan afsluiten. Een onzinnig en schadelijk advies, zeker in deze tijden.
Maar toen dacht ik ineens: ‘hè, nee. Even geen nieuws’.
‘Nieuws’ staat tegenwoordig gelijk aan ‘klimaat’, althans voor mij en andere rationele mensen. Eigenlijk moeten we het continu over het klimaat hebben. Maar we moeten ook nog een beetje leven.
Daarom gaat dit stukje niet over nieuws, niet over domme meningen over nieuws, niet over klimaat, maar over heel iets anders: muziek.
Al moet ik nog wel even uitleggen hoe ik van klimaat op muziek ben gekomen.
Dat zit zo. Kort geleden heb ik op YouTube een lezing beluisterd van Guy McPherson, een man van wie ik een week geleden nog nooit had gehoord, maar die me inmiddels fascineert.
Collectieve doodstrijd
Guy McPherson is een Amerikaanse hoogleraar evolutiebiologie, en nóg een paar disciplines waarvan ik geen kaas heb gegeten. Het bijzondere aan hem is zijn wetenschappelijke overtuiging dat wij over zo’n tien jaar allemaal dood zijn. Over een jaartje of vijf, zo houdt hij ons voor, zal een snelle aaneenschakeling van verschrikkelijke rampen korte metten maken met bijna al het leven op aarde, inclusief menselijk leven.
Hij legt er niet al te veel nadruk op, maar het kan niet anders of onze collectieve doodstrijd zal gepaard gaan met onvoorstelbaar lijden. Als we niet verhongeren, dan verzuipen we. En als we niet verzuipen, dan verbranden we. En als we niet verbranden, dan vriezen we dood.
Guy McPherson noemt dit concept Near-term human extinction. Zoals hij het in zijn lezing uit de doeken deed, klonk het verdomd overtuigend. Ik zal je de details besparen. Het heeft veel te maken met reusachtige hoeveelheden methaan, die in korte tijd allemaal vrij zullen komen, met alle gevolgen van dien. Positive feedback loops en zo.
Suspecte kerel
Voordat je nu je naar je zolder kruipt om je daar op te knopen, nog even dit: near-term human extinction daargelaten, vind ik die McPherson een suspecte kerel. Hij is al jaren met emeritaat, want naar eigen zeggen ‘weggepest’ door de universiteit van Arizona. Ze konden daar niks met zijn radicale visie. Daar kan ik me nog iets bij voorstellen ook. Tegenwoordig verdient hij geld door mensen te ‘counselen’ die moeite hebben zich te verzoenen met het verschrikkelijke vooruitzicht waarmee hij ze heeft opgezadeld. Hij wil ze leren hoe zij zich ‘emotioneel en intellectueel’ op het einde moeten voorbereiden, waarbij alles draait om deze religieus aandoende leerstelling: ‘At the edge of near-term human extinction, only love remains.’
Ik vind dit allemaal nogal bedenkelijk.
McPherson is ook een soort cultuurcriticus, en laat in die hoedanigheid geen gelegenheid voorbijgaan om zijn diepe dedain voor de mensheid uit te venten. Van dat soort mensen houd ik niet, en vertrouwen doe ik ze al helemaal niet.
Ter geruststelling: er zijn veel geleerden die een even goede staat van dienst hebben als hij, en hele andere klimaatscenario’s aanhangen. Evenmin rooskleurige scenario’s, maar op geen stukken na zo onrustbarend als het zijne. Dus nog even geen paniek.
Nutty professors, begaafde wetenschappers waar een schroefje aan los zit, ze bestaan nu eenmaal. Ik heb er zelf een paar mogen interviewen. Onder wie Sam Cohen (1921-2010), de uitvinder van de neutronenbom. Aardige man, daar niet van, maar op z’n zachtst gezegd een buitenissige persoonlijkheid.
Verlies van schoonheid
Wacht even, hoor ik nu een benauwd stemmetje (misschien wel het mijne), dit zou toch over muziek gaan? Momentje, daar kom ik zo op.
Na die lezing van McPherson vroeg ik me af: wat is er eigenlijk zo erg aan, dat de mensheid uitsterft? Er zijn zo veel diersoorten uitgestorven. ’t Is klote, maar het hoort erbij.
Toen wist ik het: het is niet zozeer de verdwijning van de mensheid zelf die beweend hoeft te worden, maar het daarmee gepaard gaande verlies van schoonheid. En wat is het schoonste wat de mensheid heeft voortgebracht?
Muziek, toch?
Ik geloof niet in God, maar wel in muziek. Muziek is een taal van de ziel die alle andere menselijke uitdrukkingsvormen ontstijgt. Als God toch bestaat, vermoed ik dat hij Bach heet. Schubert mag ook.
Ik denk dat ik liever blind word dan doof, want ik vertrouw erop dat als ik blind ben, mijn geestesoog nog wel zal functioneren en ik mij nog in enige mate gezichten en landschappen zal kunnen voorstellen. Wat boeken betreft: daar zal ik naar kunnen luisteren. Muziek zal ik echter niet kunnen lezen: daar is ze te ongrijpbaar voor. Muziek zal onherroepelijk uit mijn leven verdwijnen, en wat het leven dan nog waard is, weet ik niet. Verrekte weinig, ben ik bang.
Perfecte Liedje
Wat me met nog meer droefheid vervult dan het bovenstaande gedachte-experimentje, is het idee dat alle prachtige muziek die door de eeuwen met zoveel liefde is gecomponeerd en zo veel harten heeft beroerd – dat al die muziek in een verwoeste wereld volkomen vergeten en verdwenen zal zijn.
Er is erg veel muziek waar ik van houd. Alleen dixieland en hiphop wijs ik resoluut af. Ik moet niks hebben van VVD-congressen, en het verongelijkte gesnauw van gangsta-rappers kan me al helemaal gestolen worden. Voor Bach, Beethoven, Brahms, Bruckner en The Beatles mag je me daarentegen midden in de nacht wakker maken.
Misschien houd ik wel het meest van het Perfecte Liedje. Het Perfecte Liedje is een strakke kunstvorm, met een aantal strenge criteria: het Perfecte Liedje komt recht uit het hart – of de ziel, wat je wil – duurt nooit langer dan drie minuten, kent geen moment van verslapping, heeft een verslavend refrein, klinkt bedrieglijk eenvoudig, en bestaat uit woorden die naadloos op de melodie aansluiten.
Het Perfecte Liedje is Het Hoogste. Het Hoogste.
Een groepje dat veel perfecte liedjes op zijn naam heeft staan, is The Beatles. Wel eens van gehoord? Bijna alles wat The Beatles hebben gemaakt vind ik mooi, maar mijn voorkeur gaat uit naar de periode vóór Sergeant Pepper’s – de periode voordat popmuziek kunst werd. Toen ze nog zogenaamd onbeduidende, zogenaamd simpele deuntjes schreven.
Niks onbeduidend. Niks simpel. Een van de misverstanden omtrent Het Perfecte Liedje is dat het niet meer dan drie akkoorden als basis heeft. Bullshit. Neem ‘She Loves You’: een geweldig nummer, vooral die energie in dat ‘yeah yeah yeah’. Het klinkt allemaal heel spontaan en ongecompliceerd, maar er zitten liefst zeven akkoorden onder.
Misschien hoor je dat nog een heel klein beetje aan She Loves You af. Maar wat dacht je van Please Please Me, hun eerste grote hit? Lijkt een stuk simpeler, en toch zitten ook daar stiekem zeven akkoorden in.
Aan Please Please Me wijdde de musicoloog A.W. Pollack een heuse dissertatie. Hetzelfde deed hij met alle andere 186 liedjes van The Beatles, wat hem tien jaar werk kostte. Van dit soort nutty professors zou je er meer moeten hebben.
The Beatles waren de Mozarts van de popmuziek. Licht en luchtig en vanzelfsprekend, maar ondertussen ongelooflijk ingenieus en met meer emotionele diepgang dan je aanvankelijk in de gaten hebt.
Popmuziek wordt, vind ik, sowieso zwaar onderschat. Omdat het zo direct en simpel is. Dat is nu juist de kunst. Hemingway schreef: easy reading is hard writing. Dan geldt ook: easy listening is hard composing. Goed, er is wel veel slechte popmuziek, maar er zijn ook liedjes die naar mijn overtuiging tegen de eeuwigheid zijn bestand. Zoals het even ‘simpele’ als ongelooflijke mooie ‘I wanna be your boyfriend’ van The Ramones, dat ook meer dan drie akkoorden heeft, namelijk vier. Of ‘Teenage Kicks’ van de Noord-Ierse Undertones: onstuimig, rete-strak, geweldig gezongen, en van een verrukkelijke onschuld.
‘A teenage dream’s so hard to beat’ liet de beroemde DJ John Peel op zijn grafsteen beitelen: de eerste regel van ‘Teenage Kicks’, volgens hem het mooiste liedje aller tijden.
Dat laatste vind ik wat kras. ‘Ever fallen in Love’ van The Buzzcocks is naar mijn bescheiden mening niet minder. Met name het refrein: “Ever fallen in love with someone, ever fallen in love, in love with someone, ever fallen in love, in love with someone, you shouldn’t have fallen in love with?”
Je denkt: zoiets kan ik ook verzinnen.
Nee. Kun je niet.
Wat zou ik doen als ik de laatste mens op aarde was? Ik sloeg uiteraard de hand aan mijzelf. Maar eerst ging ik tussen de puinhopen en de lijken op zoek naar een gitaar of piano die het nog een beetje deed, en bleef er net zo lang op pielen totdat ik, met al het gebrekkige talent in mij, het laatste Perfecte Liedje had gemaakt. Dat zou ik één keer ten gehore brengen, voor al het overgebleven leven op onze planeet.
Het moet net zo energiek klinken als ‘She loves you’ and ‘Please please me’, net zo mooi als ‘I wanna be your boy-friend’ en net zo onstuimig en rete-strak als ‘Teenage kicks’ en ‘Ever fallen in love. Je weet nooit of zoiets niet wordt gewaardeerd.
De titel heb ik al: Only love remains.
Met dank aan Guy McPherson.