Het is schandalig! Dat hemeltergende gejank dat te weinig vrouwen een Nobelprijs voor Natuurkunde of eentje voor Scheikunde krijgen. Eigenlijk wordt simpelweg gesuggereerd dat hier opzet in het spel is. In het Scandinavische (lees: de meest feminiene samenlevingen) zit een stelletje blanke grijsaards expres op uitstekende schaamlipjes te trappen. Althans, dat is het beeld dat lijkt te worden geschetst.
De ellende is, dat er een stevige geheimhouding bestaat rondom de Nobelprijsuitreikingen. Pas 50 jaar na dato wordt vrijgegeven wie de kandidaten waren. Dat betekent dus dat we nu pas inzage krijgen in wat de keuze voor de Nobelprijzen voor 1969 was. Oftewel, nog in de beginfase van de tweede feministische golf. Wat dus ook betekent dat we pas over een halve eeuw weten of de huidige kandidatuur ‘inclusief’ en/of ‘representatief’ was. En we dus nog helemaal niet in staat zijn om een gedegen waardeoordeel (zij het voor of tegen) te geven.
Dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn onder de Nobelprijswinnaars zal niemand ontkennen. Maar suggestieve koppen dragen niet bij aan verbetering. Zo kopt de Linda: ‘Vrouw wint (naast twee mannelijke collega’s) Nobelprijs Economie‘, wat slechts een marginale verbetering insinueert. Want één vrouw wint, maar tegelijkertijd ook twee mannen. Dit komt op mij over alsof wat de onderzoekers tussen hun benen hebben, belangrijker is dan het onderzoek naar armoedebestrijding. Eigenlijk is dat mijn grootste probleem met die drang om alles zo representatief mogelijk te maken. Je doet er werkelijk iedereen mee tekort:
Deze vrouw had blijkbaar recht op een Nobelprijs, want het was weer eens tijd dat een vrouw de prijs in ontvangst nam. De twee mannelijke onderzoekers hadden geluk dat ze met een vrouw samenwerkten. En de Nobelprijs zelf is een farce, want de commissie moet geslachtsorganen laten meewegen in de kandidaatstellingen én bij het vaststellen wie de winnaar is.
Kortom, hartstikke leuk, die Nobelprijs voor de Vrouwen, maar de Nobelprijs in z’n algemeen heeft nu nog de waarde van het aan de winst verbonden geldbedrag, plus de dagwaarde van goud maal het gewicht van de Nobelprijs.