Budweiser. Ken je dat bier? Of pils, om preciezer te zijn. Budweiser is Amerikaans bier dat ook wel verkocht wordt onder de naam Bud. Bud klinkt stom. Het rijmt op ‘kut’ en doet denken aan een klonterige hoop die hardnekkig plakt op plekken waar je het niet wil hebben. Bud, bud, bud. Een kwak lauwe bud, dat schept geen prettig vooruitzicht.
De naam Bud – of Budweiser dus – komt oorspronkelijk van Budvar. Dat is Tsjechische edelpils van de bovenste plank. Hebben verder weinig met elkaar te maken en zijn kwalitatief een wereld, of eerder een volledige kosmos van verschil. Als je ruzie met een Tsjech wil, moet je hem vooral Budweiser serveren.
Budweiser wordt aan de man gebracht met de kreet ‘King of beers’. Dat komt voornamelijk omdat de rest van de Amerikaanse pilsen al helemaal niet te zuipen is. Ik bedoel, Miller Lite? Of Coors? Alsof er een kameel in je bek pist, zo smerig. Amerikaanse pils is zó niet te zuipen dat ze er daar nog liever Heineken drinken. (Ja, probeer dat een Belg maar eens uit te leggen. Wat meteen de opkomst van Stella Artois in de USA verklaart).
Waarom hebben we het over dit bier? Omdat Budweiser momenteel van alle kanten aan de Nederlandse consument wordt opgedrongen. Wie heeft opgelet zag deze maand al een heuse TV-commercial van het merk voorbij komen. ‘The king of beers, the smoothest taste, is finally here..’ is de boodschap. Nou, nee. Koning der pilsen ammehoela.
Dit land barst uit zijn voegen van pilskoningen, -prinsen en navenante hofnars. Er is hier een complete monarchie aan fatsoenlijke pils te verkrijgen met meer keus dan goed is voor een mens. En anders strekken we onze arm iets verder en bedienen we ons van toppers van onze zuider- en oosterburen. Maar die compleet misplaatste Amerikaanse arrogantie van Bud? Die past daar simpelweg niet tussen.
Het is niet bepaald een verrijking van het aanbod. We hebben hier zoveel heerlijke bieren, zelfs fantastische pilsner, dat niemand op Budweiser zit te wachten.