Laatst ging ik ergens naartoe. Vriendin die tijdelijk een huis huurt in de grote stad. Of ik mijn schoenen wilde uitdoen, vroeg ze toen ik binnenkwam. Maar het hoefde niet als ik het niet wilde. Ik wilde niet maar ik deed mijn schoenen uit. Een avondje koude voeten overleef je ook wel weer.
Het lag niet aan haar, het was niet haar vloer. Ze gaf alleen de voorwaarden door van degene van wie ze het huurde. Degene die er normaal zelf woonde en een vloer had laten aanleggen die kennelijk niet bestand is tegen waar vloeren voor zijn: er op lopen. Met schoenen aan!
Het was trouwens maar gewoon laminaat, voor zover ik dat kon beoordelen. Toen ik al aan het schrijven was kwam de vraag op wat dat eigenlijk is, laminaat. Ik groef in mijn geheugen en er kwamen twee woorden op. Zeil. Hout. Houtachtig zeil of zeilachtig hout. Geen vlees, geen vis.
Google bracht uitkomst, min of meer. Er zat inderdaad in de verte hout in, maar het was vooral kunststof. Laminaat combineert de nadelen van hout en zeil. Het is zo glad als zeil, dus het kleinste krasje of putje doet pijn aan je ogen. Een zandkorrel onder je zool kan in een paar stappen een hele vloer rijp maken voor vervanging!
Alleen dat al is genoeg om dan in godsnaam maar te kiezen voor koude voeten. Ik wilde mijn vriendin niet met gebakken peren opzadelen. Een zandkorrel zit in een klein hoekje.
Laminaat heeft ook nog eens alle nadelen van hout, hout is een natuurlijk materiaal dus het kan uitzetten en krimpen en verkleuren onder invloed van vocht. Dus wijn, thee of koffie drinken moet je ook maar durven op zo’n vloer, in andermans huis.
Een echte houten vloer heeft karakter. Echte karakters zijn ruw, houten vloeren ook. Krassen geven niet, van oneffenheden wordt hij alleen maar mooier. Een ziel is pas een ziel met krassen er op. En vlekjes.
Met laminaat is het net als met neptieten. Ze zijn zo perfect dat er je er niet eens aan durft te komen. Groot, stevig, rond. Alleen om naar te kijken. En niet alleen omdat je bang bent dat je ze lek prikt. Net als zo’n vloer.
Het was ook zo’n huis waar niets in staat. Planken, kasten waar zo goed als niets op staat. Handig bij het afstoffen, dat wel. Een eenzame harp in een hoek voelde zich vast niet thuis in zo’n dorre omgeving. Hij maakte sowieso niet de indruk bespeelbaar te zijn. Decoratie dus. Witte muren met niets eraan. Niets dat me is bijgebleven in ieder geval.
Waar laat zo iemand haar spullen, vraag je je dan af. Het soort dingen die mijn huis mijn huis maken. En heeft zo iemand geen boeken? Gooit ze alles weg na gebruik?
Ook geen gemakkelijke bank om je op uit te strekken. Alleen oncomfortabele fauteuils. TV in een kastje met deurtjes dicht, en bovendien deed hij het niet, hoorde ik. Aan de ruimte op zich lag het niet, had je iets leuks van kunnen maken. Maar dat was kennelijk niet de bedoeling.
Een huis om naar te kijken, niet om in te wonen. Terwijl er niets was om naar te kijken.
Ook een tuin ontbrak. Alleen een balkonnetje op vijf hoog op het noorden, met uitzicht op rokende schoorstenen aan de andere kant van het water. Maar als er wel een tuin geweest was, dan weet ik wel hoe die eruit had gezien. Twee opties. Tegels of kunstgras.
Bij mij in de buurt wordt met man en macht gewerkt aan een tuin. Ze zijn al dagenlang bezig. Ik zie pvc pijpen liggen en opgerolde matten kunstgras. Stapels tegels. Met kruiwagens wordt grond aan- en afgevoerd. Regelmatig het oorverdovend lawaai van het snijden van tegels.
Er lag kunstgras en het wordt tegels, weet ik inmiddels. Van die supergladde tegels die perfect tegen elkaar passen. Antraciet, de kleur die nu in de mode is. Als grijs een kleur zou zijn. Zal je je schoenen ook wel op moeten uittrekken. Tegels en kunstgras, het is eigenlijk om het even. Het laminaat van de tuin. Niet op lopen, alleen om naar te kijken. Vanuit zo’n ongemakkelijke stoel in de kamer.
Geweldig beschreven zeg, ik ben vrouw, maar van dit soort fantasieloze huizen trekken mijn tenen krom. Dez m ensen leven niet, maar paristieren op de mode van iemand anders. Moet je alleen maar medelijden mee hebben.
Neem bij een volgend bezoekje eens een flinke herder mee en ga er even mee spelen met de bal. Daar zal de boel vast enorm van opknappen!
En ja, ik ben enooorm sadisisch…