
Fotobron: Pixabay.com
Piet. Da’s net zo’n Nederlandse naam als Klaas, Wim, Teun of Jan. Vroeger werden voornamen vaak voorzien van een bijvoeglijk naamwoord. Daaraan kon je dan afleiden wat de persoon deed voor z’n brood of van wie hij of zij afkomstig was. Toen onze Franse vriend Napoleon Bonaparte hier ons zijn wetten en regels kwam opleggen, werden die bijvoeglijke naamwoorden omgebogen tot achternamen. Zo kan het dus verkeren dat Lou Geels ooit “Geile Loetje” was, Josephine de Roode “Rooie Sien”, Berend Timmerman “Timmer Beernd” en Henk Helligers ooit “Helligen Hendrik” waren.
Ik weet dus ook bijna zeker dat Piet de Zwart ooit Zwarte Piet was.
Ik heb dat eens genealogisch gegoogeld en kwam er inderdaad achter dat Piet zelfs al ver voor 1530 de lul was. Piet, een eenvoudige boer, kreeg de schuld van alles. Als ergens de vlam weer in de pan vloog; Piet had het gedaan. Was er weer één in het dorp een kopje kleiner gemaakt? Piet was de dader. Piet werd door alles en iedereen zwart gemaakt. En zo geschiedde dat Piet dan ook Zwarte Piet werd genoemd.
De man heeft uiteindelijk niet lang geleefd en, zoals het verhaal ons wil doen geloven, is hij gestikt tijdens een schoorsteenbrand bij een oude man op een koude decembernacht, toen hij deze met een bezem (toen niet veel meer dan een stok met een bosje hout, ook wel ‘roede’ genoemd) uit wilde vegen.
Tientallen jaren later kwam men erachter dat Zwarte Piet maar aan één ding schuld had en dat was aan zijn eigen dood. De rest was ‘m gewoon in zijn schoenen geschoven.
Op zijn sterfdag, 5 december, kwamen de dorpelingen (toen nog een zeer heterogene gemeenschap) dan ook ieder jaar bijeen in de plaatselijke herberg Den Roofvogel, voor een herdenkingsfeestje ter ere van Piet, waar aan een rijkelijk buffet veel werd gegeten en gedronken.

Fotobron: embedded
Tien jaar na zijn overlijden werd daar ook het naar hem vernoemde spel ‘Zwarte Pieten’ voor het eerst gespeeld. Een kaartspel (bedacht door Friese Gerrit), waarbij diegene die aan het eind van het spel met de Zwarte Piet bleef zitten, geheel in stijl, de lul was. Een mooi eerbetoon aan Piet, dus.
Zo ging dit feest eeuwen door.
Tot zo rond 1870, enkele weken voor de sterfdag van Zwarte Piet, er een aantal vreemdelingen in het dorp kwamen. Mensen die een vreemde taal spraken en bij Van der Valk (voorheen Den Roofvogel; Napoleon had hier ooit overnacht) eisten dat het zwijn aan het spit weg moest, omdat een zwijn volgens hen onrein zou zijn. Ook de traditionele kers op de appelmoes moest het ontgelden, vanwege de gelijkenis met een vrouwentepel.
Een ander deel van de vreemdelingen deed het spelen van het kaartspel, waarbij dus een zwarte man voor lul werd gezet, denken aan hun eigen slavernijverleden, dat nog maar kort geleden was afgeschaft.
De dorpelingen, inmiddels een homogene, maar zeer genderneutrale en onschuldige gemeenschap, waren zo overrompeld door al deze vreemde gewoontes dat ze alles slikten wat de vreemdelingen hen opdrongen. Ze begonnen zelfs al hun taal over te nemen.
Zwarte Pieten werd dus verboden en daarmee het dorp z’n eeuwenlange traditie ontnomen.
Ongeveer honderdvijftig jaar later blijkt echter dat Zwarte Piet nooit heeft bestaan en dat hadden de dorpelingen destijds ook zelf kunnen weten, blijkt.
Erik de Zwart, ooit zelf ook via een zendingsboot in het dorp beland, vertelde op de radio tijdens het geschiedenisprogramma ‘Top 1000 Aller Tijden’, dat hij een nazaat is van Piet de Zwart, die eigenlijk geen Piet heette, maar Jan. Jan de Zwart.
“Dat zit zo”, vertelde ie. “Toen de voorvader van Gerard de Vries, Friese Gerrit dus, destijds met het spel kaarten kwam, stond er op de kaart van de zwarte boer geen ‘P’, maar een ‘J’. De ‘J’ van Jan. En niet de ‘P’ van Piet. Gerrit wist het. Maar de rest had het ook kunnen weten, maar ze konden bijna geen van allen lezen. En die nieuwkomers al helemaal niet”.
Zwarte Piet bleek dus al die tijd Zwarte Jan, maar kreeg desondanks in zijn leven toch voortdurend de zwartepiet toegespeeld.
Hadden ze dat maar geweten in het dorp.
Jan de Zwart, die iedereen z’n leven lang (en zelfs daarna) voor de gek had gehouden.
Zwarte Jan die in de schoorsteen is gestikt.
Was dit geen beter verhaal geweest?
Want wie is er nou tegen een zwarte boer die Jan heet?
Had een heleboel zwartepieten gescheeld en een hoop gezeik voorkomen.
Wij gaan op 5 december ’s avonds een potje kaarten en ik denk dat ik met die zwarte boer blijf zitten.