De meeste meisjes dromen er van kinds af aan van om ooit in een mooie witte jurk voor het altaar te staan. Of in een boomgaard, burlesk theatertje of waar ze dan ook willen trouwen. Trouwen is tenslotte meer een vrouwen- dan een mannending, al gaan we er voor de vorm graag in mee.
Voor vrouwen is dat anders. Zij kunnen niet wachten om eindelijk te mogen gaan varen in dat o zo begeerde huwelijksbootje. Lekker zitten op dat bankje en kijken hoe manlief ploetert met de riemen die hij heeft. Vrouwen sturen daar op aan, hun hele leven lang. Het zijn romantische dieren die vanuit hun brein onzichtbare alfagolven met ‘STEL MIJ DE VRAAG EN GA OP JE KNIEËN!’ naar hun hubbie sturen, net zolang tot die zwichten.
Dat zwichten, dat uit zich zelfs letterlijk. Dan zie je mannen plots letterlijk door de knieën gaan. De verraste blik die vrouwen er op dat moment op na houden is nep; van binnen roepen ze heel hard ‘Hoppa!’.
Vrouwen mijmeren vervolgens openlijk met Jan en alleman over hoe De Dag er uit zou moeten zien. Fantaseren zich een breuk over witte linten, huppelende konijntjes in een bloesembed, weelderige jurken van kant, blonde bruidsmeisjes die een regenboog tevoorschijn schijten en vaders die ze, onder het toeziend oog van een ambtelijke murmelaar, met rood betraande ogen uit handen geven.
Mannen volgen gedwee. Omdat het gros der mannen vooral trouwt omdat de partner dat wil. Tja, wat hebben ze te verliezen? Vanaf de voorbereiding zwemmen ze een fuik in. Krijgen in aanloop naar het festijn vooral de indruk dat ze er zelf óók een stem in hebben. Dat hebben ze niet. Anders werd er op bruiloften wel voetbal gekeken, geworsteld in een opblaasbaar Sumo-pak en lallend wodka gezopen op een of ander feestnummer van Mötley Crüe.
Het mannelijk ja-geknik gaat daarin mogelijk nog verder dan tijdens dat ene cruciale moment op de trouwdag zelf: ze stemmen gaandeweg gewillig met alles in dat vrouwlief hen voorschotelt. Trouwen in een maisveld? Tuurlijk. Een kekke oude kever als bruidswagen? Och, doe maar. Een blinde, gebochelde violist die op de achtergrond de boel aan elkaar strijkt? Geen probleem!
Is er dan helemaal niets meer waarover de man iets te zeggen heeft? Oh, jazeker wel! Te weten: zijn pak. Het trouwkostuum van de bruidegom wordt weliswaar aangestuurd door de wensen van zijn aanstaande eega, maar het is de nadere invulling die volledig aan hem wordt overgelaten. Die is heilig, en terecht. Daarom wil je dat als man goed doen, zo goed als maar zijn kan.
Daarom hebben mannen al bij voorbaat een episch pak in hun hoofd. Een ontwerp dat ze tot een onsterfelijke mengeling maakt van een rockster, Brad Pitt en Tony Montana. Een hip trouwpak als statement, waar vrouwen bij bosjes voor in het katzwijm vallen. En dat bij andere mannen gezonde jaloezie oproept. Een kostuum dat zegt, ‘Trouw met mij en het zal je nooit meer aan iets ontbreken’.
Zo’n designer trouwpak dus, bijkans zelf ontworpen, dát willen mannen. En guess what? Ze bestáán gewoon. Waarmee bijzonderheid plots heel bereikbaar wordt. [PV]