Nee, jullie hebben niets gemist. Ik had er gewoon nog geen ruchtbaarheid aan gegeven. Dat ik me met onmiddellijke ingang niet meer beschikbaar stel voor het Nederlands Elftal. En dan heb ik het dus over voetbal.
Ik verwacht geen afscheidswedstrijd, al ben ik in zekere zin de international met de langste carrière. Langer dan Robben, langer dan Wesley Sneijder. Het is er helaas nooit van gekomen met hen samen te spelen, maar het is nog in de tijd van Cruijff dat mijn interlandcarrière begon. Dan snap je hoe lang die heeft geduurd.
Toen ik Johan zag schitteren, zei ik tegen mezelf: dat wil ik ook! Zodra het kon heb ik me bij de toenmalige bondscoach opgegeven. Achteraf denk ik, misschien is mijn briefje hem nooit onder ogen gekomen. Bellen zou beter zijn geweest maar ik had zijn telefoonnummer niet.
Dat (vermoedelijk) zoekgeraakte briefje heeft dus grote gevolgen gehad. Al ben ik in jaren onbetwist kampioen-international, er had zoveel meer in gezeten. Dat weet ik zeker.
Mijn loopbaan als international had zoveel meer glans gekregen als ik de kans had gekregen tenminste één wedstrijd in het oranje te spelen. Eén enkele wedstrijd waarin ik mijn capaciteiten had kunnen tonen had zoveel verschil kunnen maken. Maar noch de bondscoach, nog iemand van de technische staf zag me staan.
Ik heb me altijd afgevraagd op welke positie de bondscoach me zou hebben opgesteld. Michels bijvoorbeeld, waar zou hij me hebben ingepast? Misschien dat hij gewoon geen idee had, dat dat uiteindelijk de verklaring is van het toch wat tegenvallende aantal van nul interlands.
Want als je als voetballer geen club hebt, waarop zou een trainer zijn keuze mij op te stellen dan moeten baseren? Dus mij treft ook enige schuld. Ik had me voor de zekerheid beter niet alleen in Zeist maar ook bij een club kunnen aanmelden.
Bij een club, vooral een club in de lagere regionen was de kans groter geweest om een paar wedstrijden te spelen. Dan hadden de opeenvolgende bondscoaches iets gehad om zich op te baseren. Maar gedane zaken nemen geen keer.
Wat me extra tegenvalt is dat mijn collega-internationals nooit iets van zich hebben laten horen. Werkelijk niet een heeft ooit geprobeerd me moed in te praten. Alsof ik gewoon niet bestond. Ik ben genegeerd door al die zogenaamd grote namen. Van Koeman tot Bergkamp. Van Cruijff tot Frenkie de Jong.
Alleen aandacht voor hun eigen carrière, hebben die jongens. Voor hun dure blonde spelersvrouwen, hun dikke Porsches en BMW’s. Snappen ze dan niet dat ze me de ogen uitsteken? Dat ik ook best in zo’n dure bolide had willen rijden. En ik had me maar wat graag ook door zo’n golddigger met grote tieten laten inpalmen.
Op een gegeven moment denk je, ik heb ze alle kans gegeven een beroep te doen op mijn talenten. Dan komt het moment dat je denkt, nu hoeft het niet meer! Als Koeman nu nog belt zeg ik nee. Keihard NEE!