
Bron: http://hmd.plaatjesgenerator.nl
Zoon -gediagnosticeerd met McDD– en ik gaan op de fiets naar de turnwedstrijd van Dochter kijken.
Maar bij vertrek treuzelt Zoon.
Hij moet ineens poepen, hij vergeet zijn telefoon, wil een pak stroopwafels meenemen en weet ineens heel zeker dat hij de hond extreem gaat missen. Zoveel zelfs, dat hij beter thuis kan blijven.
Zijn gedrag is niet nieuw.
Zoon is een meester in het verbloemen van datgene dat daadwerkelijk aan de hand is. De kunst, als volwassene, is om erachter te komen waar hij nu eigenlijk tegenaan loopt. Het is altijd even puzzelen op welke manier je dat voor elkaar gaat krijgen.
Soms moet je door zijn schild heen beuken, en de andere keer kan je beter alles met de mantel der liefde bedekken.
Maar, omdat we al schandalig laat zijn, kies ik voor de meest rigoureuze manier; doordrukken en mopperen.
“Kom op, we zijn al te laat. Stap op je fiets en niet treuzelen nu.”
Per direct weet ik wat er aan de hand is.
Zoon neemt een aanloop, en met iedere druppel dapperheid die hij in zich heeft probeert hij op zijn fiets te stappen.
Zijn been kom echter niet over de stang, en hij doet een nieuwe, verwoede poging.
Dit keer zet hij de trapper zo ver mogelijk de hoogte in.
Hij geeft een ferme trap op de trapper en, net zoals zijn moeder dat doet, probeer hij zijn andere been over de stang te gooien.
Poging twee mislukt ook.
Nu zet hij zijn fiets op de standaard. Vlakbij een muur.
Hij probeert op het zadel te gaan zitten, terwijl hij zich angstvallig aan de muur vastklemt. De fiets wiebelt vervaarlijk heen en weer.
Nog niet zo lang geleden kreeg Zoon een andere fiets.
Zo’n kind groeit nu eenmaal als je hem voedert, en daarom was zijn oude fiets veel te klein geworden.
Maar een grotere fiets staat voor Zoon synoniem aan een nieuwe uitdaging. En niet zomaar eentje, maar een levensbedreigende uitdaging. Eentje die je te allen tijde uit de weg wilt gaan.
Wat hem al maanden lukte, totdat zijn vader besloot om met de fiets naar de turnwedstrijd van Zus te gaan.
Toen kon Zoon niet meer terug.
Ik accepteerde dat ik te laat zou komen, en spoorde Zoon aan om eerst zijn been over de stang te zwengelen, en daarna met de voet van het andere been al steppende snelheid te maken. En bij voldoende snelheid op het zadel te gaan zitten.
Dat lukte. Uiteindelijk.

Fotobron: Pixabay.com
Trots als een pauw met zeven lullen trapte Zoon richting het sportcentrum. Rode koontjes van de inspanning, maar met een opgeluchte glimlach rond zijn lippen.
Totdat we bij de eerste grote bocht kwamen. Dat bleek een nieuwe uitdaging te zijn.
Hij moest opnieuw leren sturen.
En bij een kruispunt moest hij leren hoe hij moest afstappen. Afslaan deed hij nog maar even lopend. Afstappen ging overigens prima, zolang er geen doornen of hondenpoep in de struiken verborgen waren. Hij liet zich gewoon vallen.
Op dat soort momenten ben ik blij dat ons ventje niet zo heel hard groeit.