Waar komt toch die arrogantie vandaan, dat iedereen meent inspraak te hebben in hoe anderen hun zaakjes regelen? Het is tegenwoordig normaal dat wanneer iets je niet zint, je direct eist dat de verantwoordelijke personen worden ontslagen. Oftewel, iemand anders moet in actie komen om jouw grieven te doen smelten als sneeuw voor de zon. Een komiek maakt een grap over het ‘alfabetvolk’ en direct eist een gepikeerd transpersoon een boycot.
Of, zoals onlangs, een Amerikaans conservatief clubje (One Million Moms) – dat klinkt indrukwekkend, maar op een bevolking van zo’n 330 miljoen stelt 1 miljoen amper iets voor – eiste dat reclames van huwelijksplanner Zola niet meer worden uitgezonden op Hallmark Channel. Want in 4 van de 6 spotjes waren vrouwen te zien die met elkaar trouwden. Wat het probleem is, is mij onduidelijk. Op homo’s na, houdt toch iedereen van kussende vrouwen? Maar goed, Hallmark promootte de ‘LHBT-agenda’. En ja, hoor. Hallmark zwichtte!
Hallmark! Je weet wel, dat clubje van de motiverende citaatkaarten die niet zouden misstaan op de Feestboek-tijdlijn van een willekeurig vrouwmens. Dat zwichten kwam hen overigens duur te staan, want Twitter explodeerde. Dus nu kwam vanuit een andere hoek de eis dat de reclameboycot per direct zou worden opgeheven. En óók hieraan gaf Hallmark gehoor. Ergo, een miljoen moekes wederom over de zeik, want hun kroost werd weer blootgesteld aan de beruchte ‘LHBT-agenda’.
Die ‘LHBT-agenda’ is een interessant fenomeen. Het is namelijk de illusie dat er een slinks vooropgezet plan bestaat dat onze kinderen moet indoctrineren zich niet meer voort te planten – of weet ik veel wat die miljoen moedertjes (en andere figuren) denken, die in het bestaan van een dergelijke agenda geloven. Maar een meerderheid tegen elkander innig zoenende deernen op straat, ga je volgens mij niet vinden.
Het is natuurlijk wel zo dat de notie van een ‘inclusieve samenleving’ tegenwoordig overal doorheen sijpelt. Maar daar hoef je helemaal niet tegen in opstand te komen. Dat zooitje implodeert vanzelf wel. Vooral wanneer dergelijke idealistische beeldvorming in reclames blijven terugkomen.
Dergelijke reclames spreken namelijk de LHBT-gemeenschap aan, waar zij eigenlijk willen zeggen: ‘Bij ons is iedereen welkom!’ Maar ja, in iets teveel gevallen lijkt het erop dat deze bedrijven enkel nog een LHBT-niche willen bedienen. En het zijn gewoon commerciële instellingen. Nadat een teruglopende omzet ze dwingt één en één bij elkaar op te tellen, zal naar alle waarschijnlijkheid de beproefde methode weer van stal worden gehaald. Waarna de oproepen tot boycots eindelijk weer worden herkend als het gezemel van een eenling die niet tot de doelgroep behoort.