Scherp, geconcentreerd, wilskrachtig vaak afstandelijk met soms het vermoeden van een glimlach.
De ogen van Mark van Bommel met daarboven die diepe frons. Ze straalden geloof uit in hemzelf, zijn jongens, de club waar hij groot was geworden. Coach met hart en ziel, dezelfde scoringsdrift die hij ook op het veld tentoonspreidde. Ogen op weg naar de goal, ogen die ook op de bank de wedstrijd lazen en wisten waar het met het spel naartoe had gemoeten. Morgen beter, volgende wedstrijd beter, zeker weten, geen twijfel. Of wel, maar niets laten merken vooral niet aan het gepeupel van de pers. Zelf bij de zoveelste nederlaag; Niks aan de hand, spel in orde, maar het afmaken ontbrak. Komt goed.
Tot afgelopen zondag, in de samenvatting steeds een kort shot van Mark van Bommel op de bank, naar voren leunend, handen gevouwen. En meteen daarop de bobo’s van PSV op de tribune met een angstaanjagend starre blik, er werd bloed geroken… Ook in de montage.
Dat ene beeld, Mark van Bommel meteen na de 3-0 achter.
Er brak iets in die ogen ze werden leeg en dof. Staarden in het niets. Verslagen, hij wist het, einde wedstrijd.