Van kinds af aan heb ik een obsessie voor grenzen. Landsgrenzen welteverstaan. Territoriale afbakeningen waar aan de ene en andere kant van de grens volstrekt verschillende regels gelden en andere autoriteiten het voor het zeggen hebben.
Grenzen zijn rare dingen. Soms tastbaar als een afrastering vol prikkeldraad, soms niets meer dan een verroeste slagboom en in andere gevallen niet eens als zodanig waarneembaar. In dat laatste geval weet je pas dat je een grens overgestoken bent doordat je telefoon piept met de mededeling van een anderlandse provider.
Op Google Maps mag ik graag kijken hoe grenzen tussen landen lopen. Ze worden bepaald door een natuurlijke factor, zoals de loop van een rivier of over een bergkam. Ze kunnen zelfs dwars door een stad lopen. Wat grenzen gemeen hebben, is dat ze altijd zijn bepaald door mensen. Als in: we spreken bij deze af dat het ene land aan de ene kant van de streep ligt, en het andere aan de andere kant.
Meestal gaat dat goed. Maar grenzen geven minstens zo vaak aanleiding tot een conflict. Waren de Britten en Fransen in het verleden niet zo laconiek met de liniaal aan de slag gegaan, dan had de huidige wereldkaart er heel wat anders uitgezien en had bijvoorbeeld Afrika een volstrekt andere indeling gehad dan dat we die momenteel kennen. Maar dat is een ander verhaal. In deze hou ik het dichter bij huis.
Laatst liep ik rond in het meest zuidwestelijke puntje van Nederland. Bij Retranchement in Zeeuws-Vlaanderen, om precies te zijn. De grens met België liep er vlak langs de achtertuin van het huisje waar ik verbleef, al bestaat de grens tussen Nederland en België eigenlijk amper. Daar in het uiterste zuidwesten was er in elk geval niks van te merken. Zelfs waar de provinciale weg de grens oversteekt, was er los van de kleur van het wegdek niets dat je aan een grensoversteek herinnerde. Geen bordje met ‘Welkom in Vlaanderen’ (vanuit Nederland) of ‘De Zeeuwen heten je welkom!’ (vanuit België). Als je niet beter wist stak je er helemaal geen grens over.
Wel was er een grenspaal, zo’n tweehonderd meter verderop, staand midden in een akker. Een statische witte paal met twee logo’s erop (allebei met een leeuw), een jaartal (1869) en een serienummer (364). Het is een tamelijk fiere paal, op een ietwat verloren plek. In de verte zie je de volgende paal al staan. Geen idee waarom de grens tussen twee landen exact op die plek loopt, maar de paal is er om je eraan te herinneren. Toch mooi, zo’n herinneringspaal.