De Partij voor de Dieren in Rotterdam wil een nachtelijk snackverbod. Fastfood tenten zouden daarom geen vergunning meer mogen krijgen om laat open te blijven. Zo komen burgers, volgens Ruud van der Velden van de Partij Voor de Dieren, minder in de verleiding om ‘ongezonde keuzes’ te maken. Als het aan de partij ligt, is zo’n nachtelijk snackverbod de eerste stap in de strijd tegen overgewicht, wat in Rotterdam blijkbaar een probleem is.
In die strijd is blijkbaar alles toegestaan, zelfs het beknotten van de lokale Rotterdamse horeca. Persoonlijk verwacht ik niet dat de actie ‘kappen met kapsalon’ een daverend verkiezingspunt gaat worden in het nieuwe partijprogramma van de Partij voor de Dieren. Wanneer je alleen nog maar wilt verbieden, is het duidelijk dat je als partij moreel failliet bent. Regeren is namelijk iets anders dan burgers verboden opleggen, het is vooruitzien en alternatieve opties aandragen – niet het beperken van opties.
Daarnaast is ‘s nachts snacken echt niet de oorzaak van overgewicht. Maar ja, in de oorlog tegen de kilo’s is alles geoorloofd, dus ook een beetje jokken. Want “The first casualty when war comes, is truth” zei senator Hiram Johnson in 1917 en dat is nog steeds waar.
Maar misschien kunnen we Ruud helpen. Met de actie: ‘Steek een falafel in je waffel‘ kan de lokale afdeling van de Partij voor de Dieren een meer positieve trend onder Rotterdammers stimuleren. Door bijvoorbeeld te zorgen dat er om de kilometer een gezond snack-alternatief beschikbaar is, in plaats van die vette bek; kijk, dán ben je lekker bezig als partij. Zo stimuleer je de Rotterdammer ook om een eindje te lopen voor hij of zij weer kan snacken. Misschien kun je zelfs een Fitbit-korting bedingen: ‘10.000 stappen is met korting happen’. Want met het instellen van een avondklok voor het serveren van een portie bitterballen stimuleer je niets.