Sinds 1 januari 2002 betalen we in een heel zwik Europese landen met de Euro. De munt die alles duurder maakte – er lopen nog altijd genoeg mensen rond die nog steeds te pas en te onpas “WEET JE WEL HOEVEEL DAT IN GULDENS IS?!” roepen – is inmiddels het wettige betaalmiddel in 23 Europese landen en ministaten, waaronder Vaticaanstad, Monaco en San Marino. Van ding-flof-bips naar een onuitspreekbare riedel letters, so to say.
Waarom heeft de Euro geen fatsoenlijke bijnamen?
De Euro is dus sinds kort officieel volwassen. Wat me daarbij opvalt is dat er na achttien jaar nog steeds geen fatsoenlijke, landelijk ingedaalde bijnamen voor de munten en biljetten zijn. Hebben we echt nul affiniteit bij die munteenheid? Goed, de biljetten natuurlijk spuuglelijk en net zo suf en nietszeggend als het hele Europarlement bij mekaar, maar dan nog?
De muntjes van vijf en tien cent worden soms nog wel eens respectievelijk stuiver en dubbeltje genoemd. Mensen onder de pakweg 25 zeggen die termen vrijwel niets. Overblijfselen uit het guldentijdperk, toen munten en briefgeld nog inspirerende namen hadden als een piek, een knaak, een joetje, een geeltje, een snip of een vuurtoren. Soms Bargoens van oorsprong, de andere keer afgeleid van hun uiterlijk. Want er zaten behoorlijk mooie briefjes tussen.
Maar de Euro? Die heeft niks. Het is achttien jaar na introductie nog altijd een munt zonder ziel, zonder romantiek of diepere beleving. We zouden natuurlijk ons best kunnen doen om wat bijnamen te droppen en te hopen dat ze landelijk settelen. Al zullen ze hoogstwaarschijnlijk allemaal een zachte dood sterven, we horen graag je suggesties.
Het beste van Hoe Mannen Denken
Elke week in je mailbox!
Naast wat je schrijft (het is idd een zielloze munteenheid, suffe briefjes, etc) speelt wellicht ook mee dat we steeds minder met contant geld doen? Ik kan me de laatste keer niet herinneren dat ik cash opgenomen heb.
Maar het waren mooie bijnamen inderdaad. Meier, rug, duppie, heitje, riks.
Teuro…… Denk Duits.
‘Pleuro’, die hoor ik dan soms weer wél…
Ja, verschrikkelijk, net als ‘Euri’…
Schriftelijk vind ik het soms wel geinig om Eypo te typen