
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Ik moet iets kwijt. Ik móét dringend even een ontlastend praatje houden. Want ik verbaas mij regelmatig over vreemde toiletten en het gebruik daarvan. Ik kan bijvoorbeeld volledig over de zeik gaan vanwege zwakke spoelingen. Hoe kunnen mensen in vredesnaam ontspannen naar de wc gaan als ze niet zeker weten of ze hun uitwerpselen wel wegkrijgen?
Zwakke spoelingen
Zo overnachtte ik onlangs bij een vriend. En ik moet ‘s ochtends wel eens flink bouten. Wat ik dan ook deed. Maar dit was dus zo’n toilet met een zwakke spoeling. Zo eentje met een plateau en van die piesstraaltjes langs de zijkant die nog geen droge erwt kunnen verzetten. In de pot starend openbaarde zich aan mij je reinste horror: de hele handel lag er nog, alsof ik nooit op de knop voor grote boodschappen had gedrukt.
Dan moet je dus aan de slag met zo’n gore, vreemde wc-borstel. Waaraan de poep van de voorganger naar alle waarschijnlijkheid nog kleeft. Die veelvuldig gehanteerd wordt door nog ongewassen afveeghanden. Maar ja, eerst wc-papier om het handvat wikkelen staat ook weer zo idioot. Bovendien moet je dat wc-papier dan eveneens weer door zien te trekken.
Het wassende water
En met een beetje pech ís er helemaal geen wc-borstel (ja, die mensen heb je ook) en moet je met je in wc-papier gewikkelde hand je productie de afvoer in duwen. Afschuwelijk. Of het blijft wegens hardheid in de afvoerpijp steken en dan komt het water zo vervaarlijk omhoog. Met een halve hartverzakking staar je dan gespannen in de pot, afwachtende tot hoe ver het water zal stijgen.
Ik bedenk me dan steeds weer dat die arme mensen dat dus élke dag moeten doorstaan. Hoe is het mogelijk? Zo kun je toch niet leven? Een fatsoenlijke, krachtige wc-spoeling is een absolute basisbehoefte voor iedere mens. Kijk, dát zijn pas problemen. Dat gezeik over virussen is er niks bij.
Vreemde-toiletten-fobie
Sowieso heb ik het niet op vreemde toiletten. Mensen doen daar ongezien de raarste dingen. Zo moest ik op een recentelijk feestje constateren dat je in de woonkamer alle geluiden kon horen, die in het kakhok geproduceerd werden. In stilte deed ik mijn behoefte en snelde aansluitend naar de keuken om mijn handen te wassen, want in het toilet zelf was daartoe geen gelegenheid.
Na mij droeg een collega-feestganger zijn innerlijk afval ter berde. Ik kon niet anders dan toehoren. Een bulderend, nat gesplutter werd opgevolgd door een enorme plons. En nog eentje. Zelfs het afscheuren van het papier was hoorbaar. Het was véél papier. De spoeling. De toiletborstel. Weer de spoeling. Meer papier. Geborstel. Spoeling.
Soms moet je even
Ik wachtte op zijn buitenkomst. Die kwam niet. In plaats daarvan hoorde ik een mij zeer bekend ritmisch flappend geluid dat soms iets afnam en dan weer aanzwol. Daarna meer wc-papier-afrolgeluid. De overige feestgasten hoorden klaarblijkelijk niets. Of deden alsof. Maar ik lette op.
Toen ging de deur eindelijk open en met een brede grijns kwam de enthousiaste (d)rukker de kamer weer ingelopen. “Ja, soms moet je even, hè?” grinnikte hij pontificaal en volledig schaamtevrij in mijn verbouwereerde gezicht, terwijl hij zijn ongewassen hand prompt in de schaal met pinda’s duwde. Ja. Soms moet je even.
Oh, no (papier)
Een ander, vooral op mijn werk steeds weer voorkomend gruwelscenario: de papierloze rol. Rond tienen snel ik altijd naar het toilet voor mijn après-koffie-boodschap. Mijn fout: pas na de eerste opluchting neem ik de tijd om naar de toiletrol te kijken. Daar kleeft dan steevast nog één miezerig velletje papier aan. En bedankt hè, voorpoeperd!
En zo slaat mijn hart subiet weer een slag over en kijk ik wederom schichtig in het rond, op zoek naar de reserverol. Zo gaat dat meermaals per week. De opluchting als ik er dan daadwerkelijk eentje waarneem, is zowaar nog groter dan die van het uitstoten van uitwerpselen zelf.
Karton vs. kak
Maar mijn paniek als er géén rol gespot wordt, is hels. Dan wordt mijn overlevingsinstinct wakker; een wc-rolletje bestaat immers óók uit laagjes papier, niet? Die uit elkaar pluizen levert dunner, enigszins veegbaar “noodpapier” op. Karton versus kak.
Als er een afvalemmer staat, wil ik nog wel zo netjes zijn om het besmeurde geheel daarin te deponeren. Maar op herentoiletten staat zo’n ding er helaas vaak niet. Mannen zijn immers maar zelden ongesteld. Dan maar in de pot flikkeren en hard hopen op een zeer krachtige spoeling. En daarna vooral: maken dat je wegkomt.