Schud voorlopig maar even geen handen meer met elkaar. Aldus premier Rutte tijdens een persconferentie waarin hij de natie bijpraatte over het welig tierende coronavirus. De man had zijn zin nog niet uitgesproken of hij schudde de hand van degene die naast hem op het podium van het zaaltje stond. Haha, nee, dat was inderdaad niet de bedoeling!
Handenschudden. Het is een uiting van beschaving die al meer dan 2.500 jaar bestaat. Handenschudden zit in onze genen. We zijn inmiddels beledigd als iemand juist niet de hand wil schudden.
Naar het schijnt is handenschudden ooit ontstaan als teken van vrede, van goede bedoelingen. Zo van, “Schud mijn hand zodat je weet dat ik geen wapen draag”.
In de loop der jaren is handschudden gewoongoed geworden en zijn er inmiddels de nodige variaties op. Naast de normale waarbij de handen elkaar omlaag richtend treffen is er de ‘hands up’ shake. Daar zit iets meer kameraadschap in. Met veel van mijn vrienden is de routine om elkaar een horizontaal klapje te geven, direct gevolgd door een een boks. Ook leuk. Maar dat mag dus allemaal even niet meer.
Geen lichamelijk handcontact als het niet nodig is. Maar wat dan? Ik hoorde gisteren op de radio iets van een ‘voetkus’. Daarbij tik je kort met je voet tegen die van degene die je ontmoet. Of anders misschien de ellebooggroet?
Zelf zou ik er wel wat voor voelen als we naar elkaar zouden buigen, naar Japans voorbeeld. Heel eerbiedig en respectvol. Zitten wel weer de nodige etiquetten aan vast wat betreft hoe diep en hoe lang je buigt, maar tegen de tijd dat we die onder de knie hebben mogen we er hopelijk weer lustig op los handenschudden, boksen en high fiven.