Het begon met een commercial voor krasloten. Daarin figureerden de typetjes Barry en Ben, twee volkse mannen met druipsnorren – in een vrouwenwereld bij uitstek. Het was geen gezicht: de onderlichamen van Barry en Ben die kaarsrecht tot hun middel uit het water omhoog rezen. De behaarde benen, de balzak ondersteboven. De kijker lachte zich een liesbreuk.
Maar de realiteit is altijd wilder dan de wildste fictie: er bestaan écht toernooien voor mannelijke kunstzwemmers. Zo vindt één keer in de zoveel jaar het wereldkampioenschap synchroonzwemmen voor heren plaats, de zogenaamde Men’s Cup. En dat is dan meteen het enige internationale toernooi dat bestaat.
Aan de vierjaarlijkse Gay Games nemen weliswaar ook mannelijke synchroonzwemmers deel, maar dat toernooi laten we mooi links liggen. Alsof je automatisch een mietje bent wanneer je (in plaats van bommetje) liever een pirouette in het water maakt op muziek uit Dances with Wolves.
Dat ondervond de 10-jarige Giovanni, hoofdpersoon uit de jeugddocumentaire Giovanni en het Waterballet. Hij wilde als eerste jongetje deelnemen aan het NK synchroonzwemmen. Dat kostte hem wel zijn verkering met vriendinnetje Kim. Maar Giovanni zat daar niet mee, want heel veel meisjes vinden jongens die meisjesdingen doen juist wél hartstikke leuk, legde hij geduldig uit. Dus dan is het ook niet erg als een meisje het uitmaakt. Slim jochie, die Giovanni. Hij komt er wel.
Maar wat synchroonzwemmen pas écht op de kaart zette, was de Zweedse documentaire Men Who Swim uit 2010. Maker Dylan Williams ging de strijd aan met zijn midlifecrisis door met een groepje vrienden een heren-synchroonzwemteam te vormen. En omdat ze het enige team in Zweden waren, mochten ze direct deelnemen aan de Men’s Cup.
Welke man wil dat nu niet? Zomaar een vette kans maken om wereldkampioen te worden, zonder daadwerkelijk ook iets te kunnen? De tanden bloot grijnzend, met een wasknijper op de neus elegant uit het water omhoog rijzend, als een feniks. Zulk een gracieuze sport!